klokkenluider. Een man die streed tegen misdadige nietigheid.
Ik loop nu twaalf jaar rond op het Binnenhof - en tegenwoordig is dat lang. In 2003 in de Eerste Kamer, vanaf 2006 in de Tweede Kamer. Als Tweede Kamerlid ben je een kleine winkelier: je moet alles zelf doen. Ambtenaren, lobbyisten en journalisten overladen je met informatie, waar je meestal niets aan hebt. Je krijgt veel te horen, maar zelden wat je echt weten moet om de macht te kunnen controleren. Daarvoor moet je als Kamerlid zelf onderzoek doen. De macht van een Kamerlid zit in de mogelijkheid om netwerken te bouwen, zelf rond te kijken en jezelf te informeren. Op zoek gaan naar de waarheid achter de werkelijkheid. Mensen moeten je alles kunnen vertellen, een Kamerlid hoeft nooit zijn bronnen prijs te geven. Maar juist hier stuitte ik op een probleem. Omdat mensen soms toch bang zijn voor hun toekomst. Kamerleden moeten hun mond houden. Kamerleden moeten problemen opsporen en oplossen. Het is heel frustrerend om kennis te hebben van een misstand, van fraude of corruptie, bedreiging van de veiligheid of de volksgezondheid, maar daar niets aan te kunnen doen. Omdat de melder van de misstand bang is dat de melding naar hem is te herleiden. Omdat de klokkenluider bang is voor ontslag, voor faillissement en voor sociaal isolement. En je moet toekijken hoe de problemen blijven voortbestaan.
Veel klokkenluiders melden zich bij de SP. Dat gebeurde ook toen ik Tweede Kamerlid werd. Als informatie over een misstand bij de volksvertegenwoordiging komt, maar die daar vervolgens niets mee kan doen, hebben we een serieus probleem met onze democratische controle. Als Kamerleden hun mond moeten houden om klokkenluiders te beschermen, kan het parlement haar werk niet doen. Dan worden corruptie, misbruik en cliëntelisme beloond.
Hier moest iets gebeuren, dit raakt het hart van onze democratie. In 2007 nam de Tweede Kamer voor het eerst een motie aan voor een betere bescherming van klokkenluiders. Dat was het begin van een lange politieke strijd, die hopelijk dit jaar nog haar voltooiing krijgt. Het Huis voor klokkenluiders gaat melders beschermen tegen ontslag en andere vormen van benadeling, misstanden onderzoeken en aanbevelingen doen om problemen op te lossen. Klokkenluiders hoeven dan niet meer naar de rechtbank of naar de media. Ze hoeven ook geen romans meer te schrijven, zoals Multatuli.
Tijdens mijn ontmoetingen met klokkenluiders, verenigd in de Expertgroep klokkenluiders, moest ik regelmatig aan denken Multatuli. Elke misstand is anders en elke melder ook, maar toch hebben klokkenluiders iets overeenkomstig: deze mensen kunnen niet tegen onrecht. Niet zozeer onrecht tegen henzelf, klokkenluiders laten zich meestal niet leiden door hun eigenbelang: het gaat altijd om misstanden die anderen aangaan en het algemeen belang raken. Klokkenluiders laten zich niet zozeer leiden door hun eigen mening of hun eigen