Birney vertelt in zijn essays het nodige na uit de titels die hij aan de orde stelt, onder andere een verhaal van Victor Ido en van Dé-lilah, zodat de lezer een idee krijgr van het lectuurgehalte. Het realisme wordt in alle gevallen bereikt door flat characters, rammelende verhaallijnen en gebrek aan diepte. Birney schrijft op vlotte wijze over hoge versus lage literatuur, een belangrijk probleem in de literatuurwetenschap - trouwens: zou het gooien van een soaproman én Max Havelaar in de interpretatiemachine van het NWO-project ‘The Riddle of Literary Quality’ geen aardig experiment opleveren? Als hij op de ingeslagen weg verder gaat hebben de Nederlands-Indische letteren misschien hun Herman Pleij gevonden.
Alfred Birney, De dubieuzen. Wat Multatuli, Daum en Couperus ons niet vertelden (en wij niet konden lezen...). Haarlem, In de Knipscheer, 2012.
Marita Mathijsen zorgde voor de nieuwste toevoeging aan de toch al rijke Max Havelaar-herdrukkenreeks: sinds het jubileumjaar waren daar de nodige van bijgekomen, zoals in 2011 de Salamander Klassiek met nawoord van J.J. Oversteegen, de Dwarsligger Klassiek, die een herdruk is van de Veen/‘Stapert-Eggen’-editie uit 2007 en de herdruk van de leeseditie van Annemarie Kets-Vree, oorspronkelijk uit 1998. Nu pronkt dan de vijfde druk van Max Havelaar op stijlvolle wijze in de Perpetua-reeks van Athenaeum, Polak & Van Gennep. In het beknopte maar informatieve nawoord gaat de tekstbezorgster in op het geraffineerde samenspel van narratologische, literatuurhistorische, -sociologische en ideologische factoren die Max Havelaar als tekst en als neerslag van Multatuli's ideeën over de maatschappij van zijn tijd een absolute overleverstatus hebben bezorgd - mooi voorbeeld van Darwin in de letteren.
Ten opzichte van de ‘Ausgabe letzter Hand’ (1881) zijn de spatiëringen in de namen weggelaten en ook zijn de naamvalsuitgangen verdwenen. Wel is de Multatuliaanse y gehandhaafd. De Aantekeningen en ophelderingen achterin het boek zijn voor mij na Atte Jongstra's Kristalman herijkt tot glanzende interjecties, glimmende terzijdes en veelkantige uitweidingen.
Multatuli, Max Havelaar. Met een nawoord van Marita Mathijsen. Amsterdam, Athenaeum, Polak & Van Gennep, 2012.