Multatuli onttroond?
In dit nummer moet Multatuli nogal wat persoonlijkheden naast zich dulden die de aandacht opeisen. Het gaat niet zozeer om de Hallemannetjes: ‘De Hallemannetjes... nu ja, die kinderen ontvingen hoger toelaag, maar ze dachten gelukkig niet aan Afrika. Voorlopig vreesde hy hun concurrentie niet, doch wel dat misschien hier of daar 'n ander kind, iets nader aan 't groot-zyn dan hy, hem den pas zou afsnyden.’ Maar Multatuli moet het allereerst behoorlijk afleggen bij Willem Bilderdijk. De eerste twee bijdragen zijn een weerslag van de najaarsbijeenkomst van het Multatuli Genootschap, waarvoor de leden van de Vereniging Het Bilderdijk-Museum uitgenodigd waren en uitgedaagd om Multatuli's kritiek op Bilderdijk te pareren. Honings betwijfelt of Multatuli Bilderdijk wel goed gelezen heeft en sluit zich aan bij de critici van Multatuli, die Bilderdijk onterecht zou neerhalen. Multatuli's Bilderdijk bashing - Honings woorden - ziet hij als het terugkerende element in de literatuurgeschiedenis dat auteurs van de nieuwe generatie zich afzetten tegen hun voorgangers. In het betoog van Gert-Jan Johannes wordt het beeld van Multatuli als groot Denker und Dichter eveneens danig gerelativeerd. Multatuli was volgens hem geen origineel denker, maar een begaafd volger en propagandist van reeds bestaande ideeën.
Ook het artikel van Gaia van Bruggen biedt geen soelaas voor de kroonprins van Afrika. Lijkt het aanvankelijk nog te gaan over een ware Multatuli-fan die zelfs een schilderij van Multatuli's woonhuis op de schoorsteenmantel had hangen, algauw wordt deze vermeende verering naar het rijk der fabelen verwezen. De heer Goeverneur uit Groningen die centraal staat heeft bij nader inzien moeite gehad met Multatuli's uitlatingen en gedrag. ‘Zeker, zeker, dit begreep hyzelf wel, zó kon men geen werelddelen innemen’, besefte Wouter al.
Bij wijze van intermezzo kan de Multatuliaan gelukkig zijn hart ophalen in de rubriek ‘Een en ander over’, waarin nieuwe titels besproken worden. Het jaar 2012 was rijk aan Multatulipublicaties waarin misschien niet zijn persoon, maar wel zijn werk in ere gehouden wordt. Zo lijkt ‘dat veroveren van werelddelen [...] zo'n gemakkelyke zaak, meende hy.’
Dan volgt echter weer een lofrede over een andere persoonlijkheid. Oud-bestuurslid Piet Spigt schreef een waardige biografische schets van Henri A. Ett, oud-