Dik van der Meulen schreef in de vorige aflevering over de betekenis van Hans van den Bergh voor de Multatulistudie. De in oktober 2011 overleden oud-voorzitter van het Multatuli Genootschap werd bedacht met een speciale tentoonstelling in het Multatuli Huis. In dit nummer wordt de in memoriam-reeks vervolgd door achtereenvolgens Albert van den Bergh (die sprak op de najaarsbijeenkomst van het Multatuli Genootschap op 5 november 2011), Eep Francken, Chantal Keijsper en Tom Phijffer.
Over in memoriams gesproken: Jaap Grave haalt herinneringen op aan zijn ontmoetingen met diplomaat/schrijver Carel Jan Schneider oftewel F. Springer (1932-2011), ‘zijn hele leven multatuliaan gebleven’. In Bougainville (1981) wordt een spannend samenspel opgevoerd van Multatuli, Mata Hari en een reeks nagelaten notities. Dit is niet Springers enige boek dat erom vraagt herlezen te worden! Dat we geen bijdrage wijden aan Hella Haasse komt doordat Peter van Zonneveld ons voor is geweest met een onovertrefbaar en liefdevol geschetst portret in Indische Letteren (‘Altijd een Indisch meisje gebleven. In memoriam Hella S. Haasse (1918-2011)’. In: Indische Letteren 26 (dec. 2011) nr. 4, p. 163-166).
Andere bijdragen: de in 2011 als nasleep van het Multatuli-jubileumjaar uitgekomen studies over Multatuli worden onder de loep genomen (door Jaap Grave), onze aandacht wordt gevraagd voor een tot nu toe onopgemerkt stijlkundig aspect van Max Havelaar (door Jacob Dekker) en de Multatuli Kroniek wordt nieuw leven ingeblazen (door Multatuli Huis-conservator Klaartje Groot).
Dan nog dit. Na tien jaar is het tijd voor vernieuwing, de redactie van Over Multatuli gaat in transitie. Het verpoppingsproces zal, naar het zich laat aanzien, een volle jaargang gaan duren. Bestuur en redactie buigen zich dit jaar over de beste structuur en invulling. Het eerstvertrekkend redactielid is Jos van Waterschoot; het overblijvend team wil hem op deze plaats dankzeggen voor de manier waarop hij (tot 2010) zijn conservatorschap voor de redactiedoeleinden heeft ingezet en voor zijn visies en bijdragen met bite in de afgelopen tien jaargangen. In die periode mochten vele themanummers van de pers rollen: lezingen gehouden in De Balie (nr. 50), Multatuli en de Verlichting (nr. 51), Multatuli en de Tachtigers (nr. 52), Max Havelaar voor het toneel, Multatuli en zijn internationale receptie (nrs. 59 en 60); Max Havelaar 150 jaar (nrs. 64 en 65). In vele afleveringen kwamen auteurs uit de wereld van de internationale neerlandistiek aan het woord. Allen hebben het hunne ertoe bijgedragen dat het lezen van Multatuli een plezier was of blijft, ook al moeten we ons ervan bewust blijven dat het de oorspronkelijke genotgever niet in de eerste plaats dáárom ging.
De redactie