Over Multatuli. Jaargang 24. Delen 48-49
(2002)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
Uit het Multatuli museum (N.R., no. 5)
| |
[pagina 66]
| |
te onderhouden. Zij reinigde het steeds van het ergste vuil en trachtte het daarmee enigszins in eer te herstellen. Maar er was meer nodig om het verval te stoppen en zij deed herhaalde pogingen om aandacht te krijgen voor dit Nederlands erfgoed, onder meer bij het Multatuli Genootschap. Dat verkeerde echter jarenlang in een dusdanig slechte financiële situatie dat het beschikbare geld geheel opging aan de modernisering en renovatie van het Multatuli Museum, het pand aan de Korsjespoortsteeg. Maar toen dat in 1999 eenmaal achter de rug was, kwam ‘Venetië’ weer in zicht. Velen hadden in de tussenliggende jaren sympathie opgevat voor de inspanningen van Bunte en een van hen was Fré Kroese, voormalig journalist van het anp en woonachtig te Venetië. Hij bood zijn hulp aan en kwam enkele malen naar Nederland om bij de jaarvergaderingen van het Multatuli Genootschap de vasthoudendheid van Bunte te ondersteunen. Het bestuur ging, mede gestimuleerd door een gunstige economische wind, overstag en besloot tot een inzamelingsactie om de benodigde gelden te vergaren. De actie werd officieel gestart op de jaarvergadering op zaterdag 2 maart 2002; binnen twee weken was het geld binnen. Niet alleen particulieren stortten grif voor de actie, ook het bedrijfsleven liet zich niet onbetuigd, evenals het Willem Kloosfonds dat zich garant stelde voor een flink bedrag. De opdracht ging vervolgens naar de Venetiaanse steenhouwer Rinaldo Ongaro. In mei was de restauratie afgerond en nu was het zaak het werk officieel op te leveren. De conservator van het Multatuli Museum werd hiervoor de meest geschikte persoon geacht. Hij behoort immers verstand te hebben van restauratie en conservering en zou het beste kunnen beoordelen of de klus in Venetië op passende wijze geklaard was. Maar het bestuur wilde ook iemand meesturen als vertegenwoordiger van het Genootschap, de initiatiefnemer van de inzamelingsactie. Zo verzamelde zich op 15 juni 2002 een groep mensen rond Tines graf op San Michele, het kerkhofeiland van Venetië. In het protestantse hoekje van het kerkhof, de zogeheten ‘reparto evangelico’, werd de kleine plechtigheid geopend door de ceremoniemeester voor die middag Tom Böhm, vice-voorzitter van het Multatuli Genootschap. Hij heette een tiental aanwezigen welkom, onder wie de Nederlandse consul-generaal, de heer Roos, die samen met zijn echtgenote voor de plechtigheid was overgekomen uit Milaan. Tom Böhm gaf eerst het woord aan Ida Bunte, die een korte toespraak hield. Daarna nam hij zelf het woord, opmaat voor de daaropvolgende officiële oplevering. Ondergetekende sprak een dankwoord uit aan het adres van de restaurator Rinaldo Ongaro, en verklaarde het graf in het vervolg te beschouwen als een ‘annex in den vreemde’ van het Multatuli Museum. Met een handdruk werd de overdracht beklonken. Vervolgens werd de heer Kroese bedankt voor al zijn inspanningen van de afgelopen | |
[pagina 67]
| |
maanden en ontving hij uit handen van de conservator een medaillon met het portret van Multatuli. De volgende handeling werd verricht door uitgever Kees Aarts, die samen met zijn echtgenote, Marijke van Etten, speciaal voor de gelegenheid en uitsluitend voor de aanwezigen een boekje had samengesteld met citaten over het graf van Tine. Kees Aarts las een citaat voor van Karel van het Reve, die ook ooit bij het verwaarloosde graf van Tine had gestaan en daarover een bericht met foto had gestuurd aan Willem Frederik Hermans. Behalve van Van het Reve zijn in het boekje citaten opgenomen van onder meer Stephanie Omboni-Etzerodt, Garmt Stuiveling, Julius Pée, Marie Anderson en het tekstje van Hermans waarmee dit verslag werd begonnen. Tot slot van de plechtigheid werd een foto gemaakt van de aanwezigen die zich rond het opgeknapte graf hadden geschaard. De steen van Istrisch marmer is geheel schoon geschuurd en is nu weer stralend wit. Bovendien is de steen in een onzichtbaar, zich onder de grond bevindend betonblok verzonken, zodat hij stevig staat. De vier zuiltjes, waarvan er een verdwenen was, staan weer recht en er is een bronzen ketting gespannen, waardoor er niet meer over het graf heengelopen kan worden. De aanwezigen voeren vervolgens per waterbus terug naar Venetië waar de oplevering feestelijk werd afgesloten met een gezamenlijke lunch.
Jos van Waterschoot |