Over Multatuli. Jaargang 23. Delen 46-47
(2001)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |
Oskar Wellens
| |
[pagina 43]
| |
In het artikel over Max Havelaar ontpopt Seemann zich als een competent recensent die met veel aandacht het boek heeft gelezen en met een kritische afstandelijkheid de intrige en strekking van Multatuli's werk presenteert. Zonder zich uit te spreken over het waarheidsgehalte van Multatuli's beschuldigingen aan het adres van het Hollands bewind in Java, beklemtoont hij toch dat het werk geschreven is door een man ‘who knows his subject thoroughly. It will naturally provoke a good deal of discussion, as containing charges of a most compromising nature against the administration of the Dutch Indian possessions - not made, be it remembered, by a foreigner jealous of Holland's properity, but by a Dutchman to the backbone, anxious to remove what he considers foul blots from the national escutcheon.’ Dat The Athenaeum zijn lezers op de hoogte hield van de perikelen rond de Max Havelaar affaire in Nederland blijkt uit een mededeling in het nummer van 26 februari 1870 (p. 293), waarin de redactie een ingezonden brief van Nahuys publiceert. Omdat, voor zover ik weet, dit bericht onopgemerkt bleef in de literatuur rond Multatuli, druk ik het hier volledig af. Max Havelaar | |
[pagina 44]
| |
Bij het overlijden van D. Dekker op 19 februari 1887 was The Athenaeum het enige Britse tijdschrift dat een bericht plaatste waarin Dekkers leven summier werd geschetst alsook zijn kwaliteiten als schrijver werden opgesomd. Hier is het slot van deze mededeling: ‘His style is unique; he excels in pathos, humour, and argument. His individuality impressed itself so strongly on his readers that he left no one indifferent. Some have an admiration for his genius and character which has no bounds: others he inspired with a feeling of aversion by his self-assertion and tone of authority.’Ga naar voetnoot5 |
|