Over Multatuli. Jaargang 20. Delen 40-41
(1998)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Baron Napoléon de Pauw
| |
[pagina 3]
| |
[Nummer 41]Chantal Keijsper en Reinder Storm
| |
[Poststempel Nieder-Ingelheim (Wiesbaden) 22 mei 1884]Aan Heeren Voorzitter en Leden der Regelings-commissie voor het XIX Ned. ‘Letterk’ Congres te Brugge.
Zeer geachte Heeren,
Onder beleefde dankbetuiging voor de eer der ontvangst Uwer uitnodiging betreffende het in Uwe stad te houden Letterkundig Congres, ben ik tot myn leedwezen verplicht U meetedeelen dat verschillende oorzaken - waaronder ook van stoflelyken aard - my verhinderen daaraan deeltenemen.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer my te noemen
Uw dienstwillige
Douwes Dekker
De Taal- en Letterkundige congressen, zoals die vanaf 1849 met regelmaat werden georganiseerd, beoogden studie van de Nederlandse taal en de bloei der letteren te bevorderen. Deze congressen hebben onder meer de aanzet gegeven tot Het woordenboek der Nederlandsche taal. Multatuli heeft verscheidene uitspraken die op dergelijke congressen zijn gedaan becommentarieerd. Het enige congres waarop hijzelf heeft opgetreden was het negende, dat in augustus 1867 te Gent werd gehouden. Op het twintigste congres, najaar 1887 werd niet gerept over | |
[pagina 4]
| |
Multatuli's overlijden eerder datzelfde jaar. Over dit feit werd door een deelnemer verbazing uitgesproken.Ga naar voetnoot1 Multatuli's briefje is hoogstwaarschijnlijk het antwoord op de zgn. omzendbrief, die het organiserend comité van het negentinede congres op 15 april 1884 heeft verzonden aan dagbladen, en ‘... al de letterkundigen en kunstenaars der beide Nederlanden [...].’.Ga naar voetnoot2 In de gedrukte handelingen van het betreffende congres wordt Multatuli's brief niet vermeld, laat staan afgedrukt bij de lezing der ingekomen stukken.Ga naar voetnoot3
Baron Napoléon de Pauw (1835-1922) was een Belgisch magistraat en letterkundige. Hij promoveerde in 1860 tot doctor in de rechten en doorliep een glansrijke carrière. Hij was lid van historische en letterkundige genootschappen, heeft zich ingezet voor een ruimer gebruik van het Vlaams in de rechtspraak en heeft vele Middelnederlandse tekstedities bezorgd. In 1884 heeft hij inderdaad in Brugge het negentiende Nederlands taal- en letterkundig congres georganiseerd.Ga naar voetnoot4 Ongetwijfeld heeft hij in die functie, op de eerder genoemde omzendbrief, de nu opgedoken brief als antwoord ontvangen. Hij maakt deel uit van De Pauw's nalatenschap, die in de Bibliotheek van de Gentse Universiteit wordt bewaard.Ga naar voetnoot5 Met dank aan mevr. Sylvia van Peteghem van de Universiteitsbibliotheek te Gent en aan Ronald Spoor. |
|