Over Multatuli. Delen 36-37
(1996)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Chantal Keijsper
| |
[pagina 10]
| |
ander kladpapier schreef hij zijn ‘Woordenboek op Multatuli’. Ter Laan was socialist in hart en nieren, en stelde zich ten doel het werk van Multatuli voor de arbeider te verklaren, of zoals hijzelf zei: ‘de wijsheid van Multatuli onder de aandacht van de gewone mens te brengen’. Niet alleen hetgeen Multatuli voor de pers had geschreven, maar ook diens brieven vormden Ter Laans bronnen. Zijn kaartenbak bevatte lemma's over: vreemde woorden en uitdrukkingen, bijbelse namen, figuren uit de klassieke mythologie, geografische namen, personen uit de geschiedenis en uit de tijd van Multatuli, begrippen en denkbeelden die typisch Multatuliaans zijn, en vrienden en vijanden van Multatuli. Een bewaard gebleven ontwerp van een titelblad geeft aan dat zijn werk het punt van voltooiing moet hebben genaderd. In de periode 1947-1963 heeft Ter Laan maar liefst 49 uitgevers in Nederland, en tenslotte ook in Nederlands-Indië, benaderd voor publikatie. Alle uitgevers waren unaniem in hun afwijzing; papierschaarste, maar vooral de angst om met voorraden te blijven zitten, werden als motieven hiervoor opgevoerd. In 1963 overleed Ter Laan en hij liet daarbij een kaartsysteem, bestaande uit 10.000 fiches, aan het Multatuli-Genootschap na. Deze kaartenbak werd in de kelder van het Multatuli-Museum gestald, waar hij ruim 20 jaar bleef staan voordat er opnieuw plannen voor publikatie werden gemaakt. In 1983 ontdekte de nieuwe voorzitter van het Multatuli-Genootschap en tevens editeur van de Volledige Werken, prof. dr. Hans van den Bergh, de inmiddels onder het stof verdwenen kaartenbak. Bij het doorsnuffelen van het materiaal, constateerde hij dat de fiches een schat aan informatie bevatten over personen en zaken uit de wereld van Multatuli, gegevens die niet meer behoren tot het referentiekader van huidige generaties - en die in andere naslagwerken niet terug te vinden zijn. Nadat het Prins Bernhard Fonds bereid was bevonden een subsidie te verlenen, kwam in 1984 het plan tot uitgave van het materiaal tot stand. Hiertoe werd een begeleidingscommissie in het leven geroepen, bestaande uit de reeds genoemde Hans van den Bergh, dr. Gerard Huygens, dr. Hans de Leeuwe en dr. Eep Francken. Prof. dr. Eddy Grootes zou het project op afstand begeleiden. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar werd aangezocht voor het drukken en verspreiden, en er werd gestreefd naar publikatie in het herdenkingsjaar 1987. Er werd een werkplan opgesteld. Het materiaal van Ter Laan zou grondig bewerkt gaan worden. Alle gegevens zouden worden gecontroleerd, herschreven en aangevuld. Ook moesten alle verwijzigingen naar oudere tekst- en brievenuitgaven worden omgezet naar de Volledige Werken. Het doel was van de Encyclopedie een systematisch naslagwerk te vervaardigen dat een beeld zou geven van de leef- en denkwereld van Multatuli, alsmede van de secundaire Multatuli-literatuur. De nadruk zou steeds moeten liggen op Multatuli's visie op de onderwerpen en personen van de lemma's. Het geven van achtergrondinformatie bij de Volledige Werken zou de belangrijkste functie van de Encyclopedie worden. Achtereenvolgens en soms ook tegelijkertijd zijn verscheidene personen | |
[pagina 11]
| |
toen kortere of langere tijd met het materiaal in de weer geweest. Men was optimistisch, getuige een voorpublikatie in Aarts' Letterkundige Almanak uit 1987 en een boekhandelscatalogus uit hetzelfde jaar, waarin boekhandel en antiquariaat De Vries uit Haarlem - naast enkele andere Multatuli-uitgaven - de Encyclopedie aanbiedt. Het boek telt - volgens de catalogus - 480 pagina's, heeft een omslagontwerp van Fransje Berserik en is voor plus minus f 125,- te koop. ‘De vermelde boeken zijn voorradig in onze winkel’ lezen we onderaan de lijst Multatuli-titels; het plus minus-teken voor de kostprijs doet voor de encyclopedie echter iets anders vermoeden. Het boek kwam niet gereed; boekhandelaar de Vries heeft zijn klanten met lege handen naar huis moeten sturen. Wat ging er mis? Is men wellicht te optimistisch geweest met betrekking tot de planning van het boek, zult u zich afvragen. Dat is zeker juist wat betreft de gereserveerde tijd voor het controleren en aanvullen van het materiaal. En deze beide taken waren noodzakelijk: controle omdat Ter Laan niet altijd even exact was in het systematisch verwerken van gegevens; aanvulling omdat er inmiddels, door de gestage publikatie van de Volledige Werken, veel nieuw materiaal was gepubliceerd dat in de encyclopedie moest worden verwerkt. Het verloop van de medewerkers heeft daarbij voor de nodige vertraging gezorgd. Als eerste was Maarten van Vliet benaderd, die na enige tijd zijn Multatuli-activiteiten staakte omdat hij een vaste baan vond. Opvolger Bart Bos overkwam hetzelfde. Astrid Joosse werkte vervolgens enige tijd zelfstandig aan het project, maar ook zij koos uiteindelijk de weg van haar voorgangers. Hierna | |
[pagina 12]
| |
werd het enige jaren stil rondom de Encyclopedie. De subsidiegelden waren uitgeput en uitgeverij Nijgh en Van Ditmar haakte af. Eind 1992 werd ik door Hans van den Bergh benaderd om het boek te voltooien. Zijn berekening dat dit binnen een jaar mogelijk zou moeten zijn, verried zijn eeuwige optimisme. Het basismateriaal was weliswaar geen kaartenbak meer, maar het had er veel van weg: een dik pakket gedrukte kopij, waarvan de marges bont ‘versierd’ waren met aanvullingen en correcties in verschillende, soms onleesbare handschriften, en waaruit een zeer groot aantal losse aantekeningenbriefjes dwarrelde. Geen schone lei dus, maar wel een nieuwe uitgever. Er was inmiddels contact gelegd met de Staatsdrukkerij en -uitgeverij, die de kopij naar Word Perfect converteerde, zodat ik thuis achter mijn pc aan het boek zou kunnen gaan werken. 1993 besteedde ik aan het bestuderen van de kopij en het verwerken van alle aantekeningen, waarbij ik helaas moest constateren dat ‘vele handen’ niet altijd ‘licht werk’ maken. De geplande publikatiedatum, voorjaar 1994, werd - en het wordt nu enigszins saai - wederom niet gehaald. Zonder hulp van verscheidene mensen, zou ook 1995 als jaar van publikatie een ijdel streven zijn geworden: vanaf juli 1994 heeft Willem van Duijn veel werk verricht aan de encyclopedie. Zijn grote kennis van het werk van Multatuli en zijn bibliografische vakmanschap, die beide spreken uit de door hem vervaardigde registers op de Volledige Werken, waren al snel onmisbaar bij de controle en aanvulling van het materiaal. Ik wil hem hier dan ook hartelijk bedanken voor zijn enorme inzet. Verder ben ik Tristan Haan, Brigit Hoomans, Hans Jalvingh en Jos van Waterschoot erkentelijk voor hun hulp. Zij hebben samen een behoorlijke steen aan het boek bijgedragen.
Hier wil ik het dossier ‘Multatuli-encyclopedie’ sluiten en het boek samen met u openslaan. Het eerste lemma op pagina 1, getiteld A - dit was Mimi's pseudoniem voor baron Alexander van Plettenberg -, en het laatste lemma op pagina 535, getiteld ‘het Zijn’, geven al enigszins antwoord op de vraag welke lemma's in deze auteurs-encyclopedie zijn opgenomen. Het is een encyclopedie van personen en zaken over wie en waarover Multatuli zich in zijn werk voor de pers en in zijn brieven heeft uitgelaten. Naast biografische gegevens en uitleg van negentiende-eeuwse woorden, begrippen en andere zaken, worden Multatuli's uitspraken veelvuldig geciteerd. Dit levert - en dit moet voor u als Multatuli-liefhebber niet verrassend zijn - een groot aantal prachtige citaten op. Naast een encyclopedie is het boek dan ook als leesboek - weliswaar van bijzondere aard - te beschouwen. Bij het rijkelijk citeren hebben we voor één keer niet naar Multatuli geluisterd, die, zoals u wellicht bekend is, een grote afkeer had van het citeren van bekende auteurs, door hem ook wel ‘laven aan bronnen’ genoemd. In zijn kritiek op Goethe schrijft hij hierover in Idee 722: | |
[pagina 13]
| |
Men late zich ter beoordeling van de populariteit zyner werken [van Goethe dus], niet bedriegen door de tot verveling toe, daaruit geputte citaten. Dit citeren is, door armoed aan eigen denkbeelden, mode geworden, of zelfs maar 'n tic, als de brilletjes der pruisische luitenants. Ze menen dat zo'n ding 'n mens mooistaat, dat het kleedt. Er was, zoals u ziet, reden genoeg om deze auteur zijn eigen encyclopedie te geven. En al kostte het voltooien van dit boek wel wat meer tijd dan Multatuli voor zijn Max Havelaar nodig had, het is dan nu eindelijk zover - het boek is af. |
|