Over Multatuli. Delen 32-33
(1994)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Nop Maas
| |
[pagina 22]
| |
Brussel 5 February 1867
| |
[pagina 23]
| |
Brussel 16 February 1867
| |
[pagina 24]
| |
kend en komt tot een resultaat van 1800 franken s'jaars. Hoe zullen wij die som s'jaarlijks bijeen krijgen? U ziet er zeker even min kans toe als ik en wat moeten wij dan verder doen? Ik weet het waarlijk niet. Mr Etzerodt heeft reeds zoo veel vroeger voor mevrouw Dekker gedaan dat hij niet genegen is om meer te geven als een 100 frank s'jaars. Ik weet niet welke vruchten uw ijver voor deze zaak heeft opgeleverd maar ik vrees dat er geen kans voor zulk een som is na hetgeen u mij geschreven heeft. Door Stephanie hoor ik dat de Heer Potgieter drie maanden rust aan Mevrouw Dekker geboden heeft hetgeen zij weigert aan te nemen dat ik niet afkeuren kan. Zij zou daardoor hare positie in het kostschool verliezen en na de drie maanden geen onderkomen hebben, terwijl het vooruitzicht of liever de vrees hiervan haar natuurlijk gedurende die drie maanden zoodanig zou kwellen dat hare gezondheid er nog ver bij te verliezen krijgt. Neen zij moet radicaal geholpen worden, het kan niet ten halve gedaan want stuurt men haar geld nu dat zij kost en inwoning verdient dan wordt het verkwist of welligt aan Dekker gestuurd. Stephanie schrijft mij dat Mevrouw D sedert October zoo wat 300 franken uit Holland ontvangen heeft en zij (Stephanie) weet volstrekt niet wat zij met die som gedaan heeft, waarschijnlijk kreeg Dekker er een groot gedeelte van, het is dus volstrekt noodzakelijk dat zij geen geld in handen krijgt. De Heer Brot en Stephanie willen zich wel met de moeite belasten om de finanties voor Mevrouw Dekker te bestieren maar om dit te mogen doen moeten zij de toestemming uit Holland krijgen. Wat mijzelve betreft ben ik besloten niets meer aan Mevrouw Dekker zelve te geven want dat is letterlijk geld in het water gooijen. Dat iemand die zoo veel armoede geleden heeft nog zoo verkwistend kan blijven is mij een onoplosbaar raadsel. Doch laten wij het stil laten rusten, ik voeg hier alleen nog de opinie van den doctor bij, hij zegt dat hare gezondheid van dien aard is, dat zij op den duur rust moet hebben, drie maanden helpen niet. Ik wenschte van harte waarde Heer Kruseman, dat het publiek ons geweten had op dit punt dan kon een ongelukkige vrouw gedurende hare laatste levensjaren of maanden of... eenige troost voor haar moeijelijk leven ondervinden. En nu tot weerzien; als er niets in den weg komt hopen wij eenige dagen tegen het eind van deze maand in Haarlem te komen doorbrengen. Ontvang intusschen met Anna mijne hartelijke groeten.
Julie Etzerodt. | |
[pagina 25]
| |
zoo mogelijk met u Mr Kruseman den volgenden dag naar den Heer Potgieter gaan met wien zij ook zeer wenschen kennis te maken. Van harte hoop ik dat Stephanie u beiden t'huis zal vinden, het was mij niet mogelijk u vroeger kennis van hunne komst te geven omdat geen bepaald plan gemaakt was. Zij denken bij Funkler hun intrek te nemen doch zullen waarschijnlijk dadelijk bij ul: komen, ik denk met den laatsten trein. Van eene vriendelijke ontvangst heb ik ze natuurlijk durven verzekeren en hiermee groet ik u hartelijk ook van mijn echtgenoot en blijf steeds uwe u toegenegene
Julie Etzerodt van Vloten.
Of Kruseman met de Omboni's meeging naar Potgieter is onduidelijk. Aan Huet schrijft Potgieter op 29 juni 1867 over het bezoek: ‘Wij hadden eergister een bezoek van Mr. et Mad. Ombroni. De man is professor van het Kon. Lomb. Inst. van Letteren enz. te Milaan, ik zou het achter den braven borst niet hebben gezocht, - de lange blonde vrouw is louter bewegelijkheid, en trots al wat dat lange gezigt leelijks heeft, zeer beminnelijk. Zij hadden Dekker gesproken, hij is woedend op van Vloten, U, en mij, op ieder die zich voor zijne vrouw interesseert, en dat geld niet liever besteedt om beiden weêr zamen te brengen - en hem met de zijnen gebrek te doen lijden. Affectatie loopt er onder zijn klagten, onder zijn lijden zeker, maar ik vrees toch, dat er inderdaad een schroef los is.’Ga naar voetnoot4 |
|