Over Multatuli. Delen 28-29
(1992)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wim Heijnen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tekst:Op den negenentwintigsten julij des jaars achttienhonderdvijftig des avonds half zes ure ben ik, Bruno Tideman, notaris te Amsterdam, in het bijzijn van de natenoemene en mede ondergeteekende getuigen overgegaan tot het maken van eene naauwkeurige opneming en beschrijvving van den boedel van den Heer Engel Douwes Dekker, in leven oud-koopvaardij kapitein, gewoond hebbende en den vijfentwintigsten julij laatstleden overleden alhier in de Warmoesstraat zonder bij uiterste wil over zijne nalatenschap te hebben beschikt. En zulks ten verzoeke en in tegenwoordigheid: van den Weleerwaarden Zeergeleerden Heer Pieter Douwes Dekker, predikant bij de Doopsgezinde Gemeente aan den Helder, wonende aldaar, van den Heer Jan Douwes Dekker, koopvaardijkapitein, wonende alhier op de Oudezijds Achterburgwal, van de gemelde Heeren Pieter Douwes en Jan Douwes Dekker als ten deze instaande en de rato caverende voor hun broeder den Heer Eduard Douwes Dekker, ambtenaar in Nederlandsch Oost-Indiën, van den Heer Jacob Swart Abrahamsz,Ga naar voetnoot1 koopman, wonende alhier op den Nieuwendijk, als ingevolge volmagt den zesden maart laatstleden ten overstaan van mij notaris in minute verleden, zijnde geregistreerd,Ga naar voetnoot2 gemagtigde van den | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heer Cornelis Abrahamsz, koopvaardijkapitein, wonende alhier, thans op reis, weduwnaar van vrouw Catharina Dekker, in diens betrekking van vader en wettige voogd over de in huwelijk met zijne echtgenoot[3] verwekte, alle nog minderjarige, kinderen, genaamd Catharina - Anna - Sietske en Theodorus Abrahamsz, en van den Weleerwaarden Heer Pieter Douwes Dekker voornoemd in betrekking van toezienden voogd over gemelde minderjarigen, daartoe benoemd door den Edelachtbaren Heer regter in het eerste kanton dezer stad op den achtentwintigsten februarij laatstleden, zijnde zij, Pieter Douwes Dekker, Jan Douwes Dekker, Eduard Douwes Dekker en de kinderen van wijle vrouwe Catharina Dekker, de eenige kinderen en kindskinderen van wijlen den Heer Engel Douwes Dekker en zijn vóóroverleden huisvrouw Sietske Eeltjes Klein en ab intestato diens eenige erfgenamen gebleven, en zijn de komparanten in privé en kwaliteit derhalve bevoegd zich als zoodanig te gedragen. Geschiedende deze boedelbeschrijving: Vooreerst: niet anders dan onder uitdrukkelijk voorbehoud van der partijen regt en vrijheid tot aanvaarding, eenvoudig, onder het voorregt van boedelbeschrijving of tot verwerping der erfenis en welke andere voorregten ook die hun volgens de wet toekomen, onverminderd hetzelve regt en dat van eenieder wien zulks eenigzins zou mogen aangaan. Ten anderen: volgens opgave en aanwijzing van den Heer Johannes van Munster,Ga naar voetnoot3 winkelier, bij wien de overledene was inwonende, welke aanneemt die opgave en aanwijzing te zullen doen in gemoede, zonder iets te verzwijgen of achter te houden, om daarop ten slotte de plegtige verklaring bij de wet voorgeschreven af te leggen. Voorts zullen de goederen welke aan waardering onderworpen zijn, gewaardeerd worden door Mejufvrouw Susanna Louisa Fricke,Ga naar voetnoot4 beëedigd assistent-schatster dezer stad, als zoodanig voor het loopend dienstjaar nog geen patent hebbende kunnen bekomen, wonende alhier op de Kloveniersburgwal bij de Staalstraat, welke mede verschenen onder den eed bij de aanvaarding harer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bediening afgelegd aannam die waardeering te zullen nadoen naar hare beste kennis overeenkomstig de tegenwoordige waarde der goederen. En heeft de boedelbeschrijving plaats ten sterfhuize voormeld, waar de goederen zich bevinden. Alles in het bijzijn van Hendrik Brinkman en Hendricus Engelbertus Rens, beiden zonder beroep en binnen deze stad woonachtig, de eerste in de Leidsekruisstraat en de tweede op de Brouwersgracht, als getuigen mij notaris evenals de komparanten bekend; en hebben de komparanten, de getuigen en ik notaris alhier na voorlezing geteekend.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En hiermede de werkzaamheid der Jufvrouw schatster geëindigd zijnde heeft dezelve na voorlezing alhier geteekend. [w.g.] S.L. Fricke De Heeren requiranten verklaren dat buiten de geïnventariseerde behoort een bed met toebehooren in de bewaring van de Heer ZondagGa naar voetnoot5 alhier op de Reguliersgracht, alsmede een kabinet en eenige kleinigheden, welke zich bevinden in de bewaring van den Heer Pieter Douwes Dekker, eindelijk ook eenige goederen en linnen vermeld op den inventaris van den gemeenschappelijken boedel van den Heer Cornelis Abrahamsz en wijle vrouwe Catharina Dekker den eersten Maart dezes jaars door mij notaris opgemaakt en geregistreerd.Ga naar voetnoot6 Vervolgens verklaarde de Heer Jan Douwes Dekker dat hij in de laatste ziekte van de overledene overgenomen heeft de voorhande kontante penningen en de noodige ontvangsten en uitgaven heeft gedaan, zoodat op het overlijden van den overledenen bij hem in kas was de somma van vierhonderddertig gulden en zestien cent. Vervolgens verklaarde de Heer Jan Douwes Dekker dat hij in de laatste ziekte van de overledene overgenomen heeft de voorhande kontante penningen en de noodige ontvangsten en uitgaven heeft gedaan, zoodat op het overlijden van den overledenen bij hem in kas was de somma van vierhonderddertig gulden en zestien cent. Dat de navolgende effecten van den overledene berusten bij den Heer R.A. Zondag volgens nota van den twintigsten junij laatstleden: Drie stuks obligatien ten laste van Spanje bij Ardoin en Compagnie, ieder groot in kapitaal vijfhonderdentien Pond Sterling rentende vijf percent. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vijf certificaten ieder groot duizend gulden Nationale Schuld rentende drie percent. Een dito groot tweehonderd gulden en een dito groot honderd guldens. Een onderhandsche obligatie groot duizend gulden ten laste van den Heer Cornelis Abrahamsz junior. En eindelijk eene somma van zeshonderdachtentachtig gulden vijfenvijftig cent. Terwijl eindelijk op de effecten was genegotieerd eene somma van duizend gulden. Verder zijn geïnventariseerd: Een schuldbekentenis van den Heer Jan Visser groot driehonderd gulden om op vertoon te restitueren van den eenentwintigsten december achttienhonderdeenenveertig. Een dito van den Heer J.C. Visser mede groot driehonderd gulden van den zevenden maart achttienhonderdachtenveertig om een jaar na dato te restitueren. Een vordering ten laste van den Heer Eduard Douwes Dekker wegens gedane uitschotten groot honderdtweeënvijftig gulden zevenentwintig cent. En hiermede, voorzoverre [door] de Heeren requiranten en den Heer rendant het actief des boedels geïnventariseerd zijnde, wordt het passief (en ook hetgeen later mogt blijken tot het actief te behooren) alhier vermeld pro memorie. En heeft de Heer rendant hierop verklaart dat hij alles ter goeder trouw heeft opgegeven en aangewezen wat tot den boedel behoort voorzooverre het hem bekend was, dat hij niets heeft verduisterd, verzwegen noch achtergehouden noch weet dat dit door anderen zou zijn geschied, waarop hij dadelijk in handen van mij notaris in het bijzijn als voormeld den eed heeft afgelegd. En zijn al de geïnventariseerde goederen in de bewaring van den Heer rendant gebleven, die zulks erkent. Approberen de doorhaling op de derde zijde van vijftien woorden in de veertiende en vijftiende regels. En gevaceerd zijnde van half zes tot ruim half acht ure des avonds is deze inventaris gesloten onder reserve als boven vermeld, en hebben de Heeren requiranten, rendant, de getuigen en ik notaris na gedane voorlezing deze minute onderteekend.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.B. In margine: aantekening van de registratie van deze acte d.d. 31 juli 1850 en van de ontvangst van f 2,21 (f 1,60 leges en f 0,61 38% opcenten) door de ontvanger der registratie te Amsterdam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage II-bKorte inhoud: Selectie uit de inventaris van de gemeenschappelijke boedel van Cornelis Abrahamsz en wijlen Catharina (Douwes) Dekker, nl. de goederen uit het bezit van Engel Douwes Dekker die in bewaring zijn gegeven bij en berusten onder het echtpaar Abrahamsz-(Douwes) Dekker. Bron: G.A. Amsterdam N.A., inv. no. 20.586, akte no. 47, not. Bruno Tideman, d.d. 1 maart 1850. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tekst:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage IIIKorte inhoud: Memorie van aangifte van de nalatenschap van Sytske Eeltjes Klijn d.d. 16 mei 1846 wegens de voldoening van de belasting van het recht van successie. Bron: Rijksarchief prov. Noord-Holland (Haarlem) Memories van Successie 1818-1902, kantoor Amsterdam, inv. no. 574 (mei 1846). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TekstIk ondergeteekende Engel Douwes Dekker, koopvaardijkapitein, wonende alhier op den Haarlemmerdijk, no. 94, alwaar ik ten deze domic[il]ie verkies, als uitvoerder van den laatsten wil van gemelde overledene, verklaar dat Sietske Eeltjes Klijn, met wie ik in gemeenschap van goederen ben gehuwd geweest, den 5e mei laatstleden ter plaatse voormeld, waar zij laatst gedomicilieerd was, is overleden, nalatende vier kinderen door ons in huwelijk verwekt, zijnde Pieter Douwes Dekker, Jan Douwes Dekker, Eduard Douwes Dekker en Catharina Douwes Dekker, gehuwd met Cornelis Abrahamsz; dat zij bij haar testament den 24 julij des jaars 1818 ten overstaan van den notaris Reinier Meijjes te Amsterdam verleden en na het overlijden geregistreerd, mij ondergeteekende heeft benoemd tot uitvoerder van haren uitersten wil en gelegateerd het beschikbare deel harer nalatenschap, zoodat onze tezamen in echt verwekte kinderen tot het onbeschikbare deel der nalatenschap van hun moeder geregtigd zijn; dat tot onzen gemeenschappelijken boedel is behorende een huis en erve staande en gelegen binnen deze stad op den Haarlemmerdijk, wijk 52 v[erpondings]n[ummer] 1509, sectie D, no. 802, groot 75 ellen, en dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolveerd noch vruchtgebruik overgegaan of vervallen is. Amsterdam den 16 mei 1846.
[w.g.] E.D. Dekker. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Haarlemmerdijk no. 28 (het derde huis van rechts) honderd jaar later (in 1956). (foto: G.A Amsterdam, Hist. topogr. atlas).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.B. In margine, in een superscriptie en een subscriptie: aantekening van de administratieve registratie d.d. 16 mei 1846 door de ontvanger der belastingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage IVKorte inhoud: Memorie van aangifte van de nalatenschap van Engel Douwes Dekker d.d. 8 augustus 1850 wegens de voldoening van de belasting van het recht van successie. Bron: Rijksarchief prov. Noord-Holland (Haarlem) Memories van Successie 1818-1902, kantoor Amsterdam, inv. no. 624 (juli 1850). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TekstWij ondergeteekenden Pieter Douwes Dekker, wonende aan den Helder, Jan Douwes Dekker, Pieter en Jan Douwes Dekker voornoemd als instaande en de rato caverende voor hun broeder Eduard Douwes Dekker, ambtenaar in Nederlandsch Oost-Indiën, en Jacob Swart Abrahamsz (alle wonende te Amsterdam), als ingevolge volmagtGa naar voetnoot1 den 6 maart 1850 voor den notaris Bruno Tideman te Amsterdam verleden gemagtigde van Cornelis Abrahamsz, weduwnaar van Catharina Dekker, in diens betrekking van vader en wettige voogd over de bij zijne voormelde echtgenoot[e] verwekte nog minderjarige kinderen, genaamd Catharina - Anna - Sietske en Theodorus Abrahamsz, kiezende de aangevers ten deze domicilie ten natemelden sterfhuize, verklaren dat Engel Douwes Dekker, weduwenaar van Sietske Eeltjes Klijn, den 25 julij 1850 in de Warmoesstraat op den hoek van de Wijngaardsteeg, waar hij laatst gedomicilieerd was, is overleden zonder bij uiterste wil over zijne nalatenschap te hebben beschikt, alzoo ab intestato tot erfgenamen latende gemelden Pieter Douwes Dekker, Jan Douwes Dekker, Eduard Douwes Dekker en de kinderen van wijlen Catharina Dekker, zijne kinderen en kindskinderen; dat door den overledene geen onroerende goederen zijn nagelaten en dat door dit overlijden geen fideïcommis gedevolveerd noch vruchtgebruik overgegaan of vervallen is. Amsterdam den 8 augustus 1850.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.B. In margine en in een superscriptie: aantekening van de administratieve registratie d.d. 10 augustus 1850 door de ontvanger der belastingen. |
|