[Nummer 26]
Voorwoord
Het zal de aandachtige lezer van nummer 25 van Over Multatuli niet ontgaan zijn, dat Eep Francken en Em. Kummer aan het eind van die aflevering hun terugtreden uit de redactie bekend hebben gemaakt. Hun beslissing moet betreurd worden, maar eenieder zal haar - na twaalf-eneen half jaar trouwe dienst - respecteren.
De met twee nieuwe personen aangevulde redactie zal tevreden zijn, als zij er in slaagt Over Multatuli enkele jaren verder te leiden op de weg die door de vorige redactie gewezen is. Wat deze aflevering aangaat, vleien we ons met de gedachte dat deze doelstelling aardig bereikt is, aangezien een aanzienlijk deel van de bijdragen nog door de vorige redactie aangeworven is.
De redactie van Over Multatuli is voor een groot deel afhankelijk van de activiteiten die de lezers van het tijdschrift ontwikkelen. We maken van deze gelegenheid gebruik om enkele wensen in de welwillende aandacht van onze lezers aan te bevelen. Allereerst zouden we graag zien, dat er eens wat meer aandacht gewijd zou worden aan de minder bekende teksten van Multtuli die in deel twee tot en met zeven van het Volledig werk zijn opgenomen. In de tweede plaats zouden we door middel van bijdragen in ons blad meer helderheid willen krijgen over de positie die Multatuli in de Nederlandse cultuurgeschiedenis inneemt. Multatuli is een unieke verschijning, maar hij functioneerde temidden van anderen, die invloed op hem uitoefenden en die door hem beïnvloed werden. Er valt nog heel wat te doen voordat we weten hoe de verhoudingen liggen tussen Multatuli en zijn tijdgenoten en latere generaties die door hem geïnspireerd werden.
Nop Maas
Dik van der Meulen
Olf Praamstra