Over Multatuli. Delen 24-25
(1990)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
[Nummer 25] | |
[pagina 5]
| |
In memoriam Piet Spigt(Amsterdam 20 oktober 1919 - Amstelveen 6 april 1990) Het zal in het eerste jaar van de oorlog geweest zijn dat Piet Spigt (één-of tweeëntwintig jaar oud) aan de Amsterdamse rechtbank verlof vroeg en ook verkreeg om de stukken te fotocopiëren die betrekking hadden op de straf die aan Eduard Douwes Dekker in 1866 werd opgelegd wegens het ‘moedwillig toebrengen van slagen in het aangezigt en stoten tegen de borst, aan twee personen (...)’. Deze dokumentenGa naar voetnoot1 vormden de konkrete grondslag van zijn studie De ballingschap van Multatuli. Het ging hem om de nauwkeurige vaststelling van wat er nu werkelijk aan de hand was geweest met de bij Multatuli-vrienden en -tegenstanders befaamde ‘klap-historie’.Ga naar voetnoot2 Een historisch zékere basis - daar kwam het op aan. En óók ging het om ordenend analyseren. Daarvan gaf hij blijk in een enthousiaste brief van 18 september 1944: ‘Ik heb iets nieuws ontdekt. Weet je wat de geheimgehouden politiek van D.D. was? Keizer van Indonesië. Ik heb overstelpende bewijzen als de stukken in de juiste formatie worden gesorteerd [...]. En daarmee [...] wordt vrijwel alles verklaarbaar [...]; Ik ben in actie. Sorteren, overwegen, balanceren, passen en meten.’ Dat was Piet Spigt helemaal. Of toch niet geheel. Uiteindelijk ging het hem om het beeld, het zuivere beeld van de totale mens Multatuli, die een moralist was, een humanist - weliswaar in de kontramine, maar altijd keurig; een man die het verdiende - indien nodig - verdedigd te worden tegen ongerechtvaardigde aanvallen. In de jaren na de oorlog voegden zich bij archief en studeerkamer het sprekerspodium en het bestuursvertrek. Hij werd tweede voorzitter van het Multatuli-Genootschap en zou dat tot 1983 blijven. Hij was in die functie zeer actief, ook in de moeilijke onderhandelingen met het Amsterdamse Gemeentebestuur en andere instanties voor wat betreft de onontbeerlijke financiële steun. Door zijn relatie met een maecenas heeft hij bijgedragen tot het totstandkomen van het Multatuli-Museum en tenslotte heeft hij aan de wieg gestaan van dit tijdschrift: Over Multatuli. Hij is er nog lang mede-redacteur van geweest. Terecht werd hem dan ook in 1984 het ere-lidmaatschap verleend. Niet onderschat mag worden zijn medewerking sinds 1950 aan de uitgave van de Volledige Werken, en toen in 1987 de 100ste sterfdag van Douwes Dekker in de Nieuwe Kerk te | |
[pagina 6]
| |
Amsterdam herdacht werd, leed het geen twijfel of Piet Spigt zou de feestrede houden.Ga naar voetnoot3 Multatuli was niet de enige figuur die hem boeide. Zijn oeuvre bestrijkt een uitgebreid terrein: geschiedenis, filosofie, literatuur (en niet alleen de Nederlandse). Zijn levensbeschouwelijke opstellen werden gebundeld onder de treffende titel In staat van besef (1981) en zijn grote diepgravende studie over Het ontstaan van de autobiografie in Nederland verscheen in 1985. De hoop van zijn vrienden zijn opstellen over o.m. Camus, Job, Diogenes, Spinoza, Uriel da Costa en Shakespeares Coriolanus eveneens in één boek verenigd te zien, is helaas niet in vervulling gegaan. Zij bijdragen over Multatuli verzamelde hij - het werd al gememoreerd - onder de titel Keurig in de kontramine (1975). Zijn in tijdschriften geregeld gepubliceerde Notities van een lezer hebben velen met profijt en plezier gelezen. Piet Spigt was, naar men weet, autodidact. Hij behoorde, zoals Prof. J.C. Brandt Corstius indertijd schreef, ‘tot die kleine groep van zeer erudiete personen die zich buiten de universitaire wereld om tot belangrijke auteurs hebben ontwikkeld’. Hij werd dan ook lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in 1974 en ontving in 1981 de J.P. van Praagprijs, maar het is jammer dat geen Nederlandse universiteit hem onderscheiden heeft met een titel waarop hij volgens mijn diepe overtuiging het volste recht had: doctor honoris causa. Thans heeft de dood, de grote spelbreker, een eind gemaakt aan het leven van deze man die geleefd heeft in de levensstijl van Multatuli: flink, moedig en zuiver van gezindheid.
Hans de Leeuwe |