Ingezonden
Met belangstelling las ik de beschouwing door mevrouw Smeets-Sirakova van de in 1984 verschenen Bulgaarse Havelaar-vertaling.
Terecht vermeldt zij dat het werk reeds eerder in het Bulgaars werd vertaald en wel door Marija Grubešlieva. Naar de Nationale Bibliotheek in Sofia mij berichtte werd deze vertaling echter reeds in 1946 uitgegeven, eveneens bij de uitgeverij ‘Narodna Kultura’ in Sofia.
Andere Bulgaarse vertalingen van werk van Multatuli zijn (alle uit het Frans vertaald door Dimčo Debeljanov) zijn:
Pritči i paraboli. Otbrani stranici. Sofija, Znanie, 1910, 68 p. (Herdrukt in 1925 en 1946).
Ljubovni pisma. Roman-pamflet. Sofija, Aleksandȧr Paskalev, 1918, 149p. (Oorspr. titel: Minnebrieven).
Pritči za vlastta. Sofija, Edison, 1924, 16 p.
L.A. Hirs
In Leiden leest men op de gevel van het stadhuis: ‘nae zWarte hUngernoot / gebraCht had tot de doot / bInaest zes-dVIzent Menschen / aLst god den heer Verdroot / gaf hI Uns Weder broot / zo VeeL WI CUnsten WensChen’. Door de waarden van de letters, opgevat als Romeinse cijfers, bij elkaar op te tellen, krijgt men het roemruchte jaartal 1574. In dit Leidse ‘chronosticon’ van de hand van Jan van Hout is de D consequent buiten beschouwing gelaten, waar tegenover staat dat de 131 dagen van het beleg zijn gesymboliseerd in het totale aantal letters.
Deze middeleeuwse vorm kom je op gevelstenen, penningen e.d. nogal eens tegen. Een indrukwekkend jaartalvers voor het Multatuli-jaar 1987 van de hand van pastoor Jos Linssen is nu toegestuurd aan de redactie:
MULtatULI sCrIptor
sortl popULI InsULInDae
aperIens oCULos
Vates
(Multatuli, schrijver die de ogen opent voor het lot van het volk van Insulinde, profeet). De ‘fout’ van de D is hier niet gemaakt; bovendien komt in elk woord tenminste één cijferletter voor, in de ogen van kenners maatstaf voor meesterschap. Wie weet zou Multatuli dit chronosticon hebben geprefereerd boven het standbeeld. Het is de bedoeling van de maker dat het op zo veel mogelijk manieren zal worden gebruikt.