vinger op de kaart v Insulinde volgens bl: zooveel in de Minnebrieven ‘Niet ik met 't stiefkind enz.
Dit alles weet Mimi, en ze vindt dat dit er bij hoort tot verhooging van 't geheel. Ik heb echter alle medewerking afgeslagen daar ik die uitgave veroordeel.- Het groote publiek is echter niet geneigd om de zaak zoo op te vatten. Kunt ge hier en daar wanneer de zaak ter sprake komt dit mede deelen, dan acht ik me, na de uitgave dezer bundel niet meer tot zwijgen verplicht.
Welk een verschil van beoordeeling. In de 2e Bundel page 108, 131 en 169 word ik geheel anders beoordeeld, en daar zeide hij de waarheid.- Ik hoop, dat er mogelijkheid is dien fatalen indruk zoo niet weg te nemen, dan ten minste te verminderen, Ik heb voor twee jaar uit naam van Edu een advokaat in Arnhem geraadpleegd. Deze beweerde echter, dat die uitgave op rechtskundig gebied niet te verhinderen was. - Ten zij drie maanden na de aankondiging. - Hij beweerde ook dat die zaak zich zelve veroordeelde, en ruchtbaarheid in dien zin meer schandaal zou geven. Ik zal eens naar den Haag schrijven.
Met beste groeten
uwe dienstw.
Wed. Dr Wienecke
Ik heb Paap gezegd dat ik orde had de brieven te verbranden, hopende dat dit een wenk kon wezen voor de weduwe.
In haar poging om het verleden te retoucheren had Sietske er kennelijk belang bij, de onzekerheid te doen voortduren. Wie het postscriptum goed leest, komt immers wel te weten wat Multatuli haar had opgedragen, niet of zij daaraan heeft voldaan. Maar haar paapse wens, Mimi zo ver te krijgen dat deze de Multatuliana alsnog zou verbranden, is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar.