Het Overzicht. Collection Complète 1921-1925
(1976)– [tijdschrift] Overzicht, Het– Auteursrechtelijk beschermdIn Memoriam A. De Cock.Dit is 'n echt verlies voor de Vlaamsche nationalistische beweging. De dood van Herman Van den Reeck was 'n offer, geplengd op dàt altaar waarheen gericht is ons aller streven; die dood bracht leven: bloed van martelaren, zaad van kristenen. Het overlijden van den eersten Vlaamschen folklorist echter is 'n verlies en 'n zeer groot. Want groot is het werk dat hij geleverd heeft; de verdiensten die hij door z'n folkloristischen arbeid bewees aan onze nationaliteits beweging zijn bezwaarlijk te schatten. Heel z'n werk is 'n bewijs ten voordeele onzer zelfstandigheid. De Cock is heengegaan in 't volle van zijn productïevermogen, en niettegenstaande z'n eén-enzeventig was hij nog bij machte veel te geven. De onbewerkte stof die hij nagelaten heeft bewijst dit ten volle. Getuige daarvan hetgeen hij laatst uitgaf: het deed hem kennen, niet alleen als de systematische navorscher van den ondergrond der kultuur, maar als de man ‘van hooger weerden’Ga naar voetnoot(1) die de volkskunde 'n synthetische strekking gaf. In z'n laatste arbeid heeft de folkloristische wetenschap 'n hooge vlucht genomen. De keur van wat hij om de twee maanden in ‘Volkskunde’ schreef, sedert hij z'n pensioen nam, is gedijd tot z'n laatste uitgaven. Zoo heeft hij bakens gesteld op het maagdelijk terrein dat de volkskunde is. Hij was de durvende onderzoeker die dat onbekend en onbezocht gewest doortrok; die de richting wist te vinden in den chaos van verschillende gebruiken en uitdrukkingen, van wetenschap en bijgeloof, dingen die schijnbaar zinloos en in bonte mengeling leven in het wezen van het volk. | |
[pagina 3]
| |
Met 'n groote belangstelling - hoewel niet 'n gelooven eraan - bestudeerde hij de naïve uitingen van den volksaard en wist door 'n vergelijkend ontleden hun logischen cyclus vast te stellen. Hij deed niet aan ‘kunst,’ en stak z'n werk niet in 'n literair pakje, zooals b.v. Andersen deed. Echter was hij geenszins de ‘fotograaf’ lijk Dr J. PersijnGa naar voetnoot(1) beweert: z'n werk heeft er zich niet bij bepaald weer te geven wat zich voordoet in de volksziel. Hij was geen ‘zanter’ hij deed meer. En uit heel z'n laatste werk blijkt het ten klaarste dat hij er zich hardnekkig naar richtte om z'n arbeid tot 'n sterk gedocumenteerde wetenschappelijke prestatie te maken. Door z'n groote wetenschappelijke waarde, is ieder werk van De Cock 'n helder lichtpunt voor de studie der volkskunde. Door z'n arbeid, wist hij, bescheiden geleerde, de aandacht op zich te trekken en op hetgeen hem in de eerste plaats omgaf. Hij lichtte 'n tipje op van den sluiër die het wezen van z'n volk bedekt en legde een der hoeksteenen voor het gebouw van ons zelf-zijn: hem weze veel dank daarvoor.
J.B. Leo Michiels. |
|