OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 25
(2006)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |||||||||
Jannes H. Mulder
| |||||||||
In EngelandDe Orde van Foresters (houtvesters) zou ontstaan zijn uit de Carbonari (houtskoolbranders) en de Fendeurs (houthakkers) die in de elfde eeuw in Frankrijk en later in Engeland opereerden (Essed 1986). Vast staat dat in 1745 de Foresters in de koninklijke bossen van Sherwoods in Yorkshire hun oprichtingsbijeenkomst hielden. Aanvankelijk vormden zij een gilde van houtvesters. Later kwamen er andere beroepen bij en werd de orde de Royal Order of Foresters genaamd. In 1834 richtte de Foresters in Leeds hun eerste gemeenschapsgebouw of court op.Ga naar voetnoot2 Dit is Court No. 1 en sindsdien krijgt ieder nieuw court waar ook ter wereld een nummer en aan dat nummer valt de anciënniteit af te lezen. De belangrijkste doelstelling was onderlinge hulp en de eerste fondsen van de Foresters voor zieken, begrafenissen, weduwen, wezen en het weldadigheidsfonds voor broeders en zusters in nood werden al vroeg opgericht. Ook buiten Engeland ontstonden afdelingen van de AOF en van het begin af aan waren Foresters actief in het Caraïbisch gebied. Al vroeg waren er Foresters in Barbados (1846), weldra gevolgd door alle andere landen in de regio. De groei van het aantal courts vooral buiten Engeland is aan | |||||||||
[pagina 43]
| |||||||||
Broeder Waackhuyzen met alle regalia was de eerste voorzitter of Chief Ranger van Court Charity No. 7416. Dit oudste gemeenschapshuis of court van de Foresters in Suriname van 1886 staat aan de Burenstraat in Paramaribo.
| |||||||||
[pagina 44]
| |||||||||
de gegevens verzameld voor het honderdjarige bestaan van de AOF in Engeland goed af te lezen. In 1934 waren er in Engeland 3400 courts met 600.000 leden en buiten het moederland 9.600 courts met twee miljoen leden. Het gaat daarbij behalve het Caraïbisch gebied vooral om Australië (1843), Nieuw Zeeland (1852), Zuid-Afrika (1862), Canada en de Verenigde Staten (1872-1873), Ghana (1882) en Nigeria (1890). In Europa zijn Nederland (1880) en België (1905) tot de AOF toegetreden. Het centrum van de AOF, het High Court in Londen met alle zogenoemde Subsidiary High Courts onder andere in Suriname (1972) vormen een wereldfederatie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in Londen vele historische objecten verbrand en dat heeft er mede toe geleid dat de gewoonten en rituelen van de Foresters in Engeland in vergelijking met die in Suriname lijken te zijn verwaterd.Ga naar voetnoot3 | |||||||||
Court charity te ParamariboDe initiatiefnemer tot de oprichting van de AOF in Suriname, broeder Waakhuyzen, hoorde van een landgenoot, de kleermaker Oosthuizen, in 1884 de enthousiaste verhalen over de grondbeginselen en werkwijze van de Foresters in Georgetown.Ga naar voetnoot4 Direct werd contact met Brits-Guyana opgenomen met het verzoek de oprichting van een Surinaamse afdeling te ondersreunen.Ga naar voetnoot5 Na officiële toestemming uit Engeland kon op 29 juli 1886 de inwijding van het eerste court in Suriname plaatsvinden. Dit court in Paramaribo kreeg de naam en het nummer Charity No. 7416.Ga naar voetnoot6 In aanwezigheid van vertegenwoordigers uit Brits-Guyana waaronder de 38 leden van Charity voorlopig zouden ressorteren, werd broeder Waakhuyzen de eerste voorzitter, chief ranger, van Suriname.Ga naar voetnoot7 | |||||||||
[pagina 45]
| |||||||||
In 1923 werd een Surinam District voor 155 leden opgericht. Met de oprichting van het Subsidiary High Court met Uitvoerende Raad in 1972 in Suriname werd de AOF in Suriname zelfstandig en volwaardig lid van de internationale AOE Anno 2006 zijn er in Suriname zeventien courts met in totaal 1600 broeders en zusters.Ga naar voetnoot8 In Nederland viert de Rotterdamse AOF, met voornamelijk Afro-Surinamers als leden, in 2006 haar 25-jarig jubileum.Ga naar voetnoot9 Zonder één court te kort te willen doen, verdienen in chronologische volgorde vier courts een aparte vermelding. Court Sanctuary Charity No. 7416 is uniek omdat elders in de wereld de Order of Shepherds van 1815 is uitgestorven.Ga naar voetnoot10 Onder leiding van de voorzitter, bij de schaapherders pastor in plaats van chief ranger genoemd, krijgen binnen dit court uitsluitend op de bijbel gebaseerde, geestelijke onderwerpen aandacht. Van Stad Paramaribo No. 10010 is het nummer terug te vinden in de naain Ten-o-ten, auteur van het boekje over de Foresterie en één van de pseudoniemen van Albert Helman.Ga naar voetnoot11 Van Vigilantia No. 10118 kunnen alleen chief rangers en past chief rangers lid zijn. De nadruk binnen Vigilantia ligt op onderricht en het houden van lezingen. Het eerste vrouwencourt Unitas No. 10056 werd opgericht in 1938.Ga naar voetnoot12 | |||||||||
[pagina 46]
| |||||||||
Behalve de Foresters zijn er in Suriname nog andere broederschappen actief. De oudste broederschap van geheel Zuid-Amerika is Loge Concordia van de Vrijmetselarij vanuit Den Haag in 1761 te Paramaribo opgericht.Ga naar voetnoot13 Ook de Rozenkruisers, Druids, Oddfollows en de Mechanics mogen niet onvermeld blijven.Ga naar voetnoot14 Hoewel er sinds kort een gemeenschappelijke Dag van het Orde Wezen bestaat en sommige leden van meerdere ordes lid zijn, functioneert iedere court, loge of lodge zelfstandig.Ga naar voetnoot15 Albert Helman schreef dit werkje en de voorletters J.B. staan voor Junior Beadle of tweede deurwachter van de tempel en Tenoten (Ten-O-Ten) verwijst naar het nummer van het Court 10010 aan de Gravenstraat in Paramaribo waarvan Helman lid was.
| |||||||||
Een genootschap met geheimenCourts, loges, lodges en broederschappen hebben in de ogen van het grote publiek iets geheimzinnigs. Sommigen denken bij de Foresters zelfs aan afgoderij. De AOF is echter niet zo zeer een geheim genootschap, het kan beter als een genootschap met geheimen beschreven kan worden.Ga naar voetnoot16 Zo kennen de leden van een court de plicht van geheimhouding. Zo is er bijvoorbeeld een:t de functie van beadle of deurwachter. Zijn of haar taak is te zorgen dat niemand zonder het uitspraken van het | |||||||||
[pagina 47]
| |||||||||
password de vergadering binnen een court kan betreden. De nog steeds bestaande traditie eist dat het wachtwoord via een code teder jaar vanuit Engeland vernieuwd wordt. Dit wachtwoord is ook van belang voor een bezoek aan een court in het buitenlandGa naar voetnoot17 en heeft iets weg van een paspoort of pincode. Lid van de Foresterie zijn voornamelijk protestants-christelijke Creolen.Ga naar voetnoot18 Zij komen uit zeer uiteenlopende sociale klassen. De leden spreken elkaar aan met broeder en zuster, wat verwijst naar de gedachte van Unitas Fraterum of Verbondenheid aan alles wat er geschapen is door de Opper Chief Ranger, een almachtig Opperwezen met steunende en ordende kracht. De Verbondenheidsgedachte kent drie componenten (Essed 1982). De eerste heeft betrekking op de relatie tussen mens en natuur. De verbondenheid van de Foresters met de natuur spreekt voor zich. Natuur- en lichrsymboliek staan op de voorgrond en lijken van oudere oorsprong dan de bouwsymboliek van passer en winkelhaak van de Vrijmetselarij. Toch zijn Foresters niet speciaal actief op het terrein van natuurbescherming net zomin als Vrijmetselaars praktiserende architecten, timmerlieden of metselaars zijn. Ieder jaar ontvangt de AOF in Suriname in geheimtaal vanuit Engeland een nieuw paswoord waarmee de broeder of zuster zich moet kunnen identificeren bij de beadle of deurwachter. Daarna wordt hij of zij pas toegelaten tot de vergadering.
De tweede component betreft de relatie van mensen onderling, ook wel het ‘sociaal criterium’ genoemd. Deze verbondenheid uit zich in begrippen als onderling hulpbetoon, het weldadigheidsfonds voor noodhulp en de ziekteverzekering.Ga naar voetnoot19 Omringd door bos, dieren, stropers en struikro- | |||||||||
[pagina 48]
| |||||||||
vers had iedere houtvester de ander nodig. Aanvankelijk had ieder court een eigen geneesheer en apotheker.Ga naar voetnoot20 Dat is allang niet meer zo, want de leden zijn al jaren regulier verzekerd tegen ziektekosten via bijvoorbeeld het Staatsziekenfonds. Wat wél nog steeds bestaat, is het instituut van de woodwards, bosopzieners tevens ziekenbezoekers. Deze woodwards zorgden vroeger voor de uitkering aan zieken. Tegenwoordig dragen zij de verantwoordelijkheid van aanvullende materiële hulp en geestelijke aandacht voor zieke broeders en zusters. De laatste component betreft de verbondenheid met mensen in opeenvolgende generaties. Dit uit zich vooral in de begrafenisfondsen en het weduwen- en wezenfonds van de courts. Zichtbaar is deze verbondenheid in de aandacht voor de teraardebestelling. | |||||||||
Rituelen‘De dood wacht ons allen, de koning en de slaaf, allen delen zij hetzelfde lot’ en ‘Wie de dood vreest, weet nier waarvoor hij leeft’ zijn typische spreuken van Foresters. Overlijdt een broeder of een zuster, dan wordt eerst het bestuur van het betreffende court daarvan in kennis gesteld. Daarna wordt in overleg met de familie één van de twee afleggersverenigingen Eldaah of de Samaritaan van de Foresters verzocht de lijkbewassing op zich te nemen.Ga naar voetnoot21 Het afscheid vindt plaats in het court vóór de rituele bewassing van het lichaam en biedt de nabestaanden de laatste gelegenheid eventueel spijt te betuigen, berouw te tonen of het bezwaarde geweten vrij te praten. Nadat de overledene is gewassen, aangekleed en opgemaakt wordt de familie uitgenodigd definitief afscheid te nemen. Vervolgens dragen de afleggers of dinari's de kist over aan de Sherwood Brothers, de dragers van de Foresters (De Ramdanie 2004). Deze brothers waaronder sinds kort ook een zuster beheersen de kunst van het dragen als geen ander.Ga naar voetnoot22 Al naar gelang de wens van de overledene wordt de broeder of zuster op de Foresterbegraafplaats René's Hof dan wel op één van de andere begraafplaatsen in Paramaribo begraven. In het laatste geval dragen de Sherwood Brothers de kist over aan de dragers van de | |||||||||
[pagina 49]
| |||||||||
betreffende bcgraafplaats.Ga naar voetnoot23 Belangrijk voor de Foresters is de rouwvergadering van het court zes weken na de teraardebestelling.Ga naar voetnoot24 Familie en vrienden van buiten zijn daarbij welkom. Bij de inwijding van een nieuw lid tot een court van de AOF zijn buitenstaanders echter niet welkom. Lid worden van een court vraagt geduld en toewijding alsof het een proces van ontwikkeling en geboorte betreft. Nadat het aspirant-lid gevraagd heeft of hij of zij lid van een court mag worden, meldt de introducé zich bij het bestuur aan. Nadat de verklaringen van goede gezondheid en van onbesproken gedrag zijn aangeleverd, gaat een geheime onderzoekscommissie van het court aan de slag. Gelijktijdig gaan er convocaties naar alle andere courts om eventuele bezwaren te vernemen. Dit toelatingsproces kan enige tijd in beslag nemen. Ook al kan niemand op grond van geslacht, geloof of politieke overtuiging worden afgewezen, toch kan een kandidaat soms gedeballoteerd en alsnog afgewezen worden. De inwijding van circa vijf broeders en/of zusters vindt plaats op een speciale vergadering. Tijdens het initiatieritueel klinkt het onweer in het bos, wat dikwijls buiten op straat te horen is. Leken zullen dan verschrikt opkijken want op weg naar hun zaterdagavondfeestje klinkt in het gebouw van de Foresters het geluid van onweer. Is dat mogelijk een bron van praatjes over de Fores- rers? Na deze inwijding krijgen de leerlingen één keer per maand op de zogenoemde lectuurvergaderingen onderricht in zelfkennis, zelfkritiek en zelfinkeer en in de gewoonten en rituelen van de AOF.Ga naar voetnoot25 Na deze periode van ‘africhten’ zoals sommigen dat noemen, betreden de kandidaten de eerste trede van het gradensysteem. Dan is hij of zij ranger en bestaat vervolgens de mogelijkheid na een half jaar officier te worden. De sfeer tijdens de courtvergaderingen is er één van orde en wellevendheid. Dit geldt vooral voor bijzondere vergaderingen zoals bij overlijden en rouw en bij de inwijding van nieuwe leden. In dergelijke situaties is | |||||||||
[pagina 50]
| |||||||||
sprake van een zogenoemde rite de passage waarbij tijdens de ceremonie rituele handelingen en het gebruik van symbolen op de voorgrond staan (De Vlugt 1996).Ga naar voetnoot26
Het Alziende Oog van de Opper Chief Hanger is een belangrijk en veel voorkomend symbool van de Ancient Order of Foresters in Suriname.
Aan de wanden van de tempel hangen panelen beschilderd met bomen, hert en jager.Ga naar voetnoot27 Het plafond van de tempel is . beschilderd met blauwe lucht, witte wolken en de beeltenis van de Opper Chief Ranger in de vorm van het Alziend Oog van God. Belangrijke spreuken als ‘Niemand is ter behartiging van uitsluitend eigen belangen geboren’ of een citaat uit de bijbel staan op de muur geschreven. Belangrijke symbolen zijn het Alziend Oog en de Pijl en Boog, de bow | |||||||||
[pagina 51]
| |||||||||
of benevolence speeding the arrow of assistance.Ga naar voetnoot28 Kleuren hebben bij de Foresters een symbolische betekenis.Ga naar voetnoot29 Het groen van het bos is de basiskleur die terugkomt in alle banieren en vaandels van de Foresters. De vierkante ruimte met hekwerk en elektrische kandelaars op de vier hoeken met daarbinnen het altaar in het centrale gedeelte van de tempelGa naar voetnoot30 is zo opgesteld dat de entree van de sacrale ruimte in westelijke richting tegenover de plaats van de Chief Ranger is. Tegen de ene wand zitten de broeders in donker kostuum, tegen de andere de zusters in het wit. De schuin gedragen banier of chas en de neck ribbonGa naar voetnoot31 die precies de positie van de broeder of zuster in de hiërarchie markeren, geven extra cachet. De Chief Ranger bevindt zich in het rode Oosten op de as van geestelijke openbaring naar het donkere of zwarte Westen. De zogenoemde materiele as staat loodrecht op de geestelijke as en loopt van de penningmeester in het goud-gele Zuiden naar de Secretaris in het witte Noorden. Her altaar bevindt zich op het kruispunt van beide assen. Sommige van deze kleuren komen terug in de versierselen aan het uiteinde van de banier en verwijzen naar de graad van betrokkene. Na het schallen van de hoorn, ten teken dat de vergadering is geopend, krijgt een broeder of zuster van de Chief Ranger het woord. Interrumperen wordt beboet.Ga naar voetnoot32 De tempel wordt nier alleen voor erediensten gebruikt. Bij de Foresters is het heel gewoon materiele en financiële zaken in de tempel te bespreken. Een veriaardagslied voor de jarigen van de maand klinkt er regelmatig, maar godsdienstige zaken en politiek zijn taboe (Polak 1981). Na afloop van de vergadering is er buiten vaak een gezellig samenzijn. | |||||||||
[pagina 52]
| |||||||||
Stichting pijl en boogHet leven van een court wordt door sommige Foresters met het leven van een bos vergeleken: groei, verdorring en wederopleving. De huidige aanpak van de Stichting Pijl en Boog bewijst dat deze vergelijking ook op het Forester Centrum en René's Hof van toepassing is. Onder het inspirerend leiderschap van Frank E. Essed is rond 1984 het Forester Gemeenschapscentrum aan de Waakhuyzenstraat gebouwd en uitgegroeid tot een bloeiend centrum. Na ongeveer tien jaar trad ‘verdorring’ in. De Stichting Pijl en Boog van de AOF is beheerder van dit terrein inclusief de daarop gelegen begraafplaats René's Hof.Ga naar voetnoot33 Het centrum inclusief de begraafplaats (2,9 ha) is in 1974 met ontwikkelingshulp van Nederland tot stand gekomen. De begraafplaats van de Foresters is van 1973. Vanaf het begin stond de begraafplaats open voor niet-Foresters. René Braaf, overleden op 20 april 1984, is als eerste op René's Hof begraven. De begraafplaats moest een boomrijk park worden. Ondertussen is door ruimtegebrek, vooral op de rooms-katholieke begraafplaats, de belangstelling voor deze begraafplaats groeiende. Dit genereert inkomsten voor Pijl en Boog, die de huidige herstelwerkzaamheden aan het centrum ten goede komen. Het gedeelte van René's Hof voor de Foresters zelf dreigt nu echter in verdrukking te komen. Het graf van Braaf ligt niet in het Foresterblok en is nu omringd door graven van niet-Foresters. Na de onafhankelijkheid is de opbouw van het Forester Centrum rcr hand genomen. De concrete bouw begon in 1981, de opening vond één jaar later plaats. Het Forester Centrum was bedoeld voor de Surinaamse gemeenschap. De gebouwen werden gebruikt voor examens, wedstrijden, recreatie en cursussen. Het centrum heeft circa tien jaar redelijk gefunctioneerd. Onderlinge verschillen van inzicht plus favoritisme in combinatie met een ongelukkige keuze van bouwmateriaal hebben aan de neergang van het Forester Centrum bijgedragen. Anno 2006 de oprijlaan opkomend, staar rechts een groot zwaar gehavend gebouw dat ooit dienst heeft gedaan als vergaderzaal, theater en bar. Dit geeft aan hoe ambitieus de AOF het gemeenschapscentrum indertijd heeft opgezet.Ga naar voetnoot34 Drie grote panelen op de eerste etage wijzen op de vergane glorie van een tempel. Aan de linkerzijde van de oprijlaan staat de onlangs gerestaureerde en wederom in gebruik genomen aula waar sinds kort vele begrafenisdiensten plaatsvinden, vooral voor niet-Foresters. Ooit zouden in dit gebouw | |||||||||
[pagina 53]
| |||||||||
een bibliotheek en een leeszaal komen. Op de herstelde voorgevel van dit gebouw prijkt het opgeschilderde teken van Pijl en Boog. De vele herstel-activiteiten duiden op wederopleving en bieden hoop voor de toekomst. | |||||||||
De noodzaak van vergroeningHet leven op de plantages was van de wieg tot het graf geregeld. Denkbaar is dat door de afschaffing van de slavernij de behoefte aan georganiseerd onderling hulpbetoon ontstond. Dit zou de belangstelling van Afro-Sunamers voor de structuur zoals die 120 jaar geleden door de AOF in Engeland werd geboden, kunnen verklaren. Verder valt de strenge handhaving van hiërarchie en de gehechtheid aan oude gewoonten van de Foresters in Suriname op.Ga naar voetnoot35 Duidelijk is dat de AOF in Suriname meer waarde hecht aan ceremoniën, rituelen en symbolen dan de AOF in Engeland, het moederland van de Foresteric. Een ander kenmerk van de Surinaamse Foresterie ts het hoge aantal van zeventien courts. Het gemiddelde aantal leden per court is in vergelijking met bijvoorbeeld Engeland echter laag (circa 80). Dit fenomeen van kleinschaligheid is eveneens waarneembaar onder vakbonden, NGO's, sportverenigingen en andere groeperingen binnen de Surinaamse samenleving. Een verschil van inzicht hoe gedeelde belangen het best te behartigen, leidt al spoedig tot afscheiding en hergroepering. Waarschijnlijk speelt de behoefte aan het bekleden van een functie in de hiërarchie ook een rol. Iedere afsplitsing vereist immers een nieuwe voorzitter en nieuwe bestuursleden met alle bijbehorende parafernalia. Sommige courts hebben mede door de vergrijzing een zodanig laag aantal leden dat hun voortbestaan wordt bedreigd. Vergroening van het ledenbestand is dus noodzakelijk, maar het aantrekken van nieuwe en vooral jonge leden stuit op een imagoprobleem. Het idee van favoritisme binnen de broederschap en de geheimzinnigheid rondom de inwijdingsceremonie in de tempel dragen bij tot deze negatieve beeldvorming. Rituelen in het algemeen zijn belangrijk want zij zorgen voor orde in het dagelijkse leven. Maar rituelen kunnen na verloop van tijd leeg zijn. Rituelen moeten altijd een functie hebben die aan de deelnemers uit te leggen is. Een totaal geritualiseerde werkwijze binnen een organisatie richt zich meer op de handhaving van structuur en hiërarchie, dan op de inhoud of op de beantwoording van de vraag waartoe de organisatie ëberhaupt bestaat. Spelregels dienen met behoud van functie met de tijd mee te gaan en geheime spelregels zijn anno 2006 voor de meeste mensen niet acceptabel, tenzij gebaseerd op sterke argumenten. De rituelen van de Foresterie zouden daarom tegen het licht moeten worden gehouden met het doel na te gaan waar bijstelling en eventuele afschaffing mogelijk en verantwoord is. | |||||||||
[pagina 54]
| |||||||||
Het Forester centrum met het gerestaureerde multifunctionele gebouw/aula en de opgeknapte begraafplaats René's Hof onder leiding van Stichting Pijl en Boog biedt nieuwe kansen want de behoefte aan zelfhulp en welbegrepen wederzijdse solidariteit neemt met de toenemende marktwerking en maatschappelijke tweedeling in Suriname alleen maar toe. Anders gezegd: de wortels van de 120 jaar oude levensboom van de Surinaamse Foresterie hebben nieuwe aarde nodig. De boom mist jonge blaadjes. Blaadjes van een fris groene kleur, de oorspronkelijke kleur van de Foresters.Ga naar voetnoot36 | |||||||||
Literatuur
| |||||||||
[pagina 55]
| |||||||||
Jannes Mulder was intemist-oncoloog en promoveerde op muizenonderzoek. Later heeft hij op het Ministerie van VWS te Den Haag gewerkt. Hij verbleef in 2003-2004 op het Ministerie van Volksgezondheid te Paramaribo. Mulder doet nu onderzoek naar rituelen en geritualiseerde gewoonten. |
|