| |
| |
| |
Eithne Carlin en Norval Smith
In Memoriam Jacques Arends (1952-2005)
Nu is Jacques Arends er niet meer. Dat is een heel vreemd idee voor mensen die hem een paar maanden terug in levende en schijnbaar gezonde wijze meemaakten. Hij is uit ons midden weggehaald, maar hij blijft voortleven in de herinneringen van zijn familie, vrienden en collega's, en door zijn vele publicaties op het gebied van de creooltalen van Suriname. In dit In Memoriam willen we het zowel hebben over zijn werk op het gebied van de creolistiek als over de mens Jacques Arends.
Jacques werkte vooral op het gebied van de Surinaamse creooltalen. Hij was daarin zelfs een belangrijke spil. Zijn voornaamste interesse ging uit naar de mensen zelf die de creooltalen van Suriname creëerden en spraken, naar hun leven en naar hun sociale omgeving. Hij vond dat hij niet de aangewezen persoon was om een grammatica van het Sranan te schrijven, maar van de geschiedenis en ontwikkeling van de Surinaamse creooltalen, met name het Sranantongo, was hij de kenner bij uitstek.
Waarom was hij zo belangrijk voor de studie van de creooltalen van Suriname en ook ver daarbuiten? Hij had het niet zozeer over de drogere aspecten van deze talen - over lidwoorden, copulas en seriële constructies - maar juist over de menselijke kant van de zaak. Hij was zelfs een pionier in het gebruik van demografische informatie in de studie van creooltalen, en van het proces van creolisering zelf. In de laatste vijftien jaar kwam een schat aan demografische, antropologische en sociohistorische informatie ter beschikking over het vroegkoloniale tijdperk. Veel van deze informatie betrof Suriname en Jacques realiseerde zich als geen ander hoe belangrijk die was voor het in beeld brengen van de vroege sociale context waarbinnen de Surinaamse creooltalen gevormd werden en hoe relevant dit kon zijn in de zoektocht naar hun ontstaansgeschiedenis. Hij werkte aan een magnum opus over deze materie toen hij overleed.
Een tweede belangrijk aspect van Jacques' werk was zijn streven zoveel mogelijk oudere teksten van het Sranan en Saramakaans bekend te maken. Vooral van het Sranan bestaat een schat aan 18de- en 19de-eeuwse teksten. Zijn proefschrift was op ouder tekstmateriaal gebaseerd en hij heeft nooit het belang van oudere bronnen uit het oog verloren. We herinneren ons goed een vierdaagse reis van Jacques naar het Nationaal Archief in Paramaribo. Hij kwam terug met duizend fotokopieën die hij gemaakt had van oude teksten. Hij had sterk het gevoel dat dit materiaal beschikbaar moest worden gemaakt voor de creolistiek. Dit illustreert onder andere de teksteditie Early Suriname
| |
| |
Creole Texts uit 1995 die hij samen met Mathias Perl verzorgde. Een grote uitgave van Surinaamse teksten was een wens van hem.
Jacques organiseerde internationale congressen en workshops en hield zelf een zeventigtal lezingen over thema's zowel met betrekking tot de structuur van creooltalen als hun socio-historische achtergrond. Vooral dit laatste beschouwde hij als bepalend voor het ontstaan en de verdere ontwikkeling van de samenlevingen die deze talen voortbrachten. In de loop van de tijd werd hij steeds meer aangetrokken door en betrokken bij de geschiedschrijving van de slavenhandel en haar betekenis voor de samenstelling van de verschillende groepen van Creolen en Marrons. Het waren de Surinamers zelf die hem boeiden; net als zij zocht hij naar hun wortels. Zijn betrokkenheid ging ook Suriname te buiten, want hij trok zich ook het lot aan van de Kriosprekende asielzoekers in Nederland. Zijn vele publicaties getuigen van zijn steeds meer op de voorgrond tredende zoektocht naar de historische en sociaal-economische context van de ontwikkeling van de creooltalen.
Naast zijn werk in verschillende commissies en besturen, zijn redacteurschappen bij wetenschappelijke tijdschriften en zijn werk als mederedacteur van de gerenommeerde reeks Creole Language Library van uitgever John Benjamins, vond hij de gelegenheid om vijf boeken te redigeren, een zestigtal wetenschappelijke artikelen te schrijven, en vele recensies en artikelen voor een breder publiek te maken.
Jacques Arends (geboren op 1 mei 1952 te Gendt en overleden op 16 augustus 2005 in Leiden), begon zijn loopbaan als taalkundige nadat hij, na een kandidaats Nederlands (1979), zijn doctoraal Algemene Taalwetenschap (1982) cum laude had afgesloten. Hij werkte in het middelbaar onderwijs van 1982-1983, en aan de Rijkshogeschool Opleiding Tolk-Vertaler in Maastricht van 1985-1991. Tegelijkertijd begon hij aan de Universiteit van Nijmegen te werken aan het proefschrift Syntactic Developments in Sranan; Creolization as a Gradual Process waarop hij in 1989 promoveerde.
In zijn zoektocht naar de wortels van de Surinaamse creooltalen kwam hij in 1991 als KNAW-Fellow (tot 1994) bij de vakgroep Algemene Taalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam werken. Daarna bleef hij aan deze universiteit werkzaam, als NWO post-doc (1994-1997) en vanaf 1998 als faculteitsfellow. Zijn grote liefde, de creolistiek, bleef hij uitbouwen en hij werd een wereldexpert op het gebied van de Atlantische creooltalen.
In een opstel in de afscheidsbundel voor Pieter Muysken in 1998 legde Jacques iets bloot van zijn beweegredenen om creolist te worden. Deze waren drie in getal. De eerste reden die hij opgaf was vooral praktisch. Hij werd gevraagd door de gerenommeerde creolist en taalfilosoof Pieter Seuren om een promotieproject uit te voeren over de historische ontwikkeling van het Sranan. De tweede reden die hij noemde was een onverwacht sterk gevoel van betrokkenheid met zijn promotieonderwerp. Achteraf meende hij dat dit terug te voeren was naar zijn eigen gevoel van linguïstische ontheemding als dialectspreker in het academische milieu waarin hij terecht was gekomen. Zo kon
| |
| |
hij, dacht hij, al was het maar een klein beetje, de linguïstische ontheemding van de Afrikaanse slaven op de plantages begrijpen. De derde reden komt misschien verrassend over voor mensen die hem minder goed kenden. Jacques was namelijk rockmuziekfanaat. Hij was erg geïnteresseerd in de zwarte wortels van rock en andere muziekgenres. Hij noemde in zijn opstel het Elvisnummer That's all right uit 1954, als voorbeeld van een rocknummer dat voortkwam uit de zwarte blues-traditie.
In dit verband lijkt het dan ook passend om de titel van een van Elvis' laatste echte rocknummers te noemen - All shook up (1957). Your colleagues will be All shook up for a long time, Jacques.
Bigi odi!
| |
Publicatielijst Jacques Arends
Dissertatie
Syntactic Developments in Sranan; Creolization as a Gradual Process. [Katholieke Universiteit Nijmegen 1989. |
| |
Boeken
Pidgins and Creoles; An Introduction. Jacques Arends, Pieter Muysken & Norval Smith (eds.). Amsterdam: John Benjamins, 1995. |
Early Suriname Creole Texts; A Collection of 18th-century Sranan and Saramaccan Documents. Jacques Arends & Matthias Perl. Bibliotheca Ibero-Americana, vol. 49. Frankfurt/Madrid: Vervuert, 1995. |
The Early Stages of Creolization. Jacques Arends (ed.). Amsterdam [etc.]: John Benjamins, 1995. (Creole Language Library 13.) |
Mengelwerk voor Muysken; Voor Pieter C. Muysken bij zijn afscheid van de Universiteit van Amsterdam. Adrienne Bruyn & Jacques Arends (eds). Amsterdam: Instituut voor Algemene Taalwetenschap, 1998. |
Atlas of the Languages of Suriname. Eithne Carlin & Jacques Arends (eds). Leiden: KITLV Press, 2002. |
A Sociolinguistic History of the Suriname Creoles. Manuscript: te verschijnen. |
| |
Tijdschrift-themanummers
Amsterdam Creole Studies XII. Tonjes Veenstra & Jacques Arends (eds.) (1995). |
Creoles, Pidgins, and Sundry Languages; Essays in Honor of Pieter Seuren (special issue of ‘Linguistics’). Jacques Arends (ed.) (September 2000). |
Special section on ‘Language Analysis and Determination of Nationality’ in The International Journal of Speech, Language and the Law (11(2)). Diana Eades & Jacques Arends (eds.) (2004). |
| |
| |
| |
Wetenschappelijke artikelen in tijdschriften en hoofdstukken in boeken
Genesis and Development of the Equative Copula in Sranan. Pieter Muysken & Norval Smith (eds.), Substrata Versus Universals in Creole Genesis. Amsterdam: John Benjamins, 1986, pp. 103-27. |
De historische ontwikkeling van de comparatief in het Sranan als post-creolisering'. Oso: Tijdschrift voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde, Cultuur en Geschiedenis 6 (1987), 2: 201-17. |
Demografische modellen in de creolistiek. Gramma-TTT 1 (1992): 41-55. (met Pieter Muysken) |
Towards a Gradualist Model of Creolization. Frank Byrne & John Holm (eds.), Atlantic Meets Pacific; A Global View of Pidginization and Creolization. Amsterdam: John Benjamins, 1993, pp. 371-80. |
Alabi's taal; Over taal en taalgebruik in Alabi's world'. Oso: Tijdschrift voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde, Cultuur en Geschiedenis 12 (1993) 1: 104-9. |
The African-born Slave Child and Creolization. Journal of Pidgin and Creole Languages 9 (1994): 115-19. |
De Afrikaanse wortels van de creooltalen van Suriname. Ph. Franses, A. de Klein, J. van Kuppevelt & J. van der Zee (eds.), Van frictie tot wetenschap. Jaarboek 1993-1994 Vereniging van Akademie-onderzoekers. Amsterdam: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, 1994, pp. 15-31. (Ook in een licht gewijzigde versie in: Gramma/TTT 3 (1995): 115-28). |
The Socio-historical Background of Creoles. Jacques Arends, Pieter Muysken & Norval Smith (eds.), Pidgins and Creoles; An Introduction. Amsterdam: John Benjamins, 1995, pp. 15-24 |
Theories Focusing on the non-European Input. Jacques Arends, Pieter Muysken & Norval Smith (eds.), Pidgins and Creoles; An Introduction. Amsterdam: John Benjamins, 1995, pp. 99-109. (met Silvia Kouwenberg & Norval Smith) |
Gradualist and Developmental Hypotheses. Jacques Arends, Pieter Muysken & Norval Smith (eds.), Pidgins and Creoles; An Introduction. Amsterdam: John Benjamins, 1995, pp. 111-20. (met Adrienne Bruyn) |
Conclusions. Jacques Arends, Pieter Muysken & Norval Smith (eds.), Pidgins and Creoles; An Introduction. Amsterdam: John Benjamins, 1995, pp. 319-30. (met Pieter Muysken & Norval Smith) |
Stedman's ‘Narrative’ and 18th-century Sranan.’ Amsterdam Creole Studies XII (1995): 33-48. |
An Inventory of Sranan and Saramaccan Material in the Moravian Archives in Utrecht. Amsterdam Creole Studies XII (1995): 73-86. |
Introduction. Jacques Arends (ed.), The Early Stages of Creolization. Amsterdam: John Benjamins, 1995, pp. ix-xv. |
Demographic Factors in the Formation of Sranan. Jacques Arends (ed.), The Early Stages of Creolization. Amsterdam: John Benjamins, 1995, pp. 233-85. |
Early Saramaccan Texts in the Moravian Archives in Paramaribo, Herrnhut, and Utrecht. The Carrier Pidgin 23 (1995) 3: 1-6. |
A Bibliography of Lingua Franca. The Carrier Pidgin 26 (1998; published in 2001): 4-5: 33-35. |
| |
| |
The Development of Complementation in Saramaccan. Bernard Caron (ed.), Proceedings of the XIth International Congress of Linguists. Oxford: Pergamon, 1998. (cd-rom. |
Lingua Franca en de ‘Europese’ creooltalen. Gramma TTT 7 (1999, verschenen april 2001) 3: 173-90. |
Het ‘nieuwe empirisme’ in de creolistiek; Creolisering als taalcontactfenomeen. Erica Huls & Bert Weltens (eds.), Artikelen van de Derde Sociolinguïstische Conferentie. Delft: Eburon, 1999, pp. 27-35. |
The Origin of the Portuguese Element in the Surinam Creoles. Magnus Huber & Mikael Parkvall (eds.), Spreading the Word; The Issue of Diffusion among the Atlantic Creoles. London: University of Westminster Press, 1999, pp. 195-208. |
Van Barbarije tot Barbuda; De Lingua Franca en de Atlantische creooltalen. Frank Jansen & Jan Don (eds.), Over taal; Een hundel populair-wetenschappelijke opstellen. The Hague: HAG Publishers, 1999, pp. 1-6. |
Preface. Jacques Arends (ed.), Creoles, Pidgins, and Sundry Languages; Essays in Honor of Pieter Seuren (speciaal nummmer van Linguistics 38 (2000) 5: 829-31. |
Social Stratification and Network Relations in the Formation of Sranan. Norval Smith & Tonjes Veenstra (eds.), Creolization and Contact. Amsterdam: John Benjamins, 2001, pp. 291-307 |
Simple Grammars, Complex Languages. Peer commentary to John McWhorter, ‘The World's Simplest Grammars are Creole Grammars.’ Linguistic Typology 5 (2001) 2/3: 180-2. |
The Historical Study of Creoles and the Future of Creole Studies. Glenn Gilbert (ed.), Pidgin and Creole Linguistics in the 21st Century. New York: Peter Lang, 2002, pp. 49-68 |
Introduction. Eithne Carlin & Jacques Arends (eds.), Atlas of the Languages of Suriname. Leiden: KITLV Press, 2002, pp. 1-3. (met Eithne Carlin) |
The History of the Surinamese Creole Languages I; A Sociohistorical Survey. Eithne Carlin & Jacques Arends (eds), Atlas of the Languages of Suriname. Leiden: KITLV Press, 2002, pp. 115-30. |
Young Languages, Old Texts: Early Documents in the Surinamese Creoles. Eithne Carlin & Jacques Arends (eds.), Atlas of the Languages of Suriname. Leiden: KITLV Press, 2002, pp. 183-205. |
Epilogue; The Languages of Suriname Today and Tomorrow. Eithne Carlin & Jacques Arends (eds.), Atlas of the Languages of Suriname. Leiden: KITLV Press, 2002, pp. 283-86. (met Eithne Carlin) |
La ‘déhistoricisation’ de la créologenèse. Albert Valdman (ed.), La créolisation; A chacun sa vérité. [Nummer van:] Études Créoles 25 (2002) 1: 143-156. |
Reduplication in Lingua Franca. Silvia Kauwenberg (ed.), Twice as Meaningful: Reduplication in Pidgins and Creoles. London: Battlebridge, 2003, pp. 227-230. |
La morphologie flexionelle dans le syntagme nominal de la lingua franca. Sibylle Kriegel (ed.), Grammaticalisation et réanalyse; Approches de la variation créole
|
| |
| |
et française. Paris: CNRS, 2003, pp. 325-34. (met Esther Muusse) |
The Saramaka Peace Treaty in Sranan; An Edition of the 1762 Text (including a copy of the original manuscript). Creolica (electronic journal: www.creolica.net/gepubliceerd op 16-3-2004). (met Margot van den Berg) |
Court Records as a Source of Authentic Early Sranan. Geneviève Escure & Armin Schwegler (eds.), Creoles, Contact and Language Change; Linguistic and Social Implications. Amsterdam: John Benjamins, 2004, pp. 21-34. (with Margot van den Berg) |
Using Language Analysis in the Determination of National Origin of Asylum Seekers; An Introduction. The International Journal of Speech, Language and the Law 11 (2004) 2: 179-99. (met Diana Eades) |
Guidelines for the Use of Language Analysis in Relation to Questions of National Origin in Refugee Cases. The International Journal of Speech, Language and the Law 11 (2004) 2: 261-6 (collectieve publicatie van de ‘The Language and National Origin Group’) |
Lingua Franca. [Lemma, in:] Philipp Strazny (ed.), Encyclopedia of Linguistics. New York: Routledge, 2005. (2 vols.) |
Sranan. [Lemma, in:] Philipp Strazny (ed.), Encyclopedia of Linguistics. New York: Routledge, 2005. (2 vols.) |
Saramaccan. [Lemma, in:] Philipp Strazny (ed.), Encyclopedia of Linguistics. New York: Routledge, 2005. (2 vols.) |
Pidgins and creoles. [Lemma, in:] Philipp Strazny (ed.), Encyclopedia of Linguistics. New York: Routledge, 2005. (2 vols.) |
Inflectional Morphology in Lingua Franca. [Te verschijnen in:] Hans den Besten, Mikael Parkvall & Philip Baker (eds.), Starting from Scratch. London: Battlebridge Press. (met Esther Muusse) |
A Demographic Perspective on Creole Formation. [Te verschijnen in:] Handbook of Creole Linguistics. John Singler & Silvia Kouwenberg (eds.), Oxford: Blackwell. |
On the Presence versus Absence of Morphological Marking in four Romance-based Creoles. [Te verschijnen in:] Parth Bhatt & Ingo Plag (eds.), The Structure of Creole Words; Segmental, Syllabic and Morphological Aspects. Tübingen: Niemeyer. (met Hugo Cardoso, Suzanne Dikker, Eva van Lier en Josje Verhagen) |
A Concise Demographic History of Plantation Suriname. [Te verschijnen in:] Pieter Muysken & Norval Smith (eds.), A Transatlantic Sprachbund? The Structural Relationships between the Suriname Creoles and the Gbe Languages of Ghana and Benin. |
| |
Artikelen voor een algemeen lezerspubliek
De taal van de plantage: Over het ontstaan van het Surinaams Creools. Hollands Maandblad 32 (1991) 4: 34-8. |
Oude teksten in jonge talen: Vroege bronnen in de creooltalen van Suriname. De Gids 157 (1994) 1: 37-46. |
Wetenschappelijke belangstelling voor Surinaamse creooltalen. De Ware Tijd (Paramaribo 1996). |
| |
| |
Waar halen creooltalen hun grammatica vandaan? Athenaeum Illustre 11 (1997): 7-11. |
‘Viva criollo!’ Het onverwachte overleven van de creooltalen / ‘Viva criollo!’ Toekomstbeelden / Perspectives, on the Future (Jaarboek 2000/2001 Universiteit van Amsterdam.) Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 2001, pp. 17-20. |
Bakra mofo, blaka tongo: Surinaamse elementen in de straattaal van Amsterdams. Folkert Kuiken (ed.), Appel heeft het gedaan; Liber amicorum voor René Appel bij zijn afscheid van de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: Bert Bakker, 2003, pp. 11-4. |
De taalanalyses van de IND; Onvermogen en willekeur. Onze Taal, 71 (2003) 9 (september): 227. |
Nederlands met een kleurtje. Taalschrift; Tijdschrift over taal en taalbeleid, Januari 2004 (6 pp.) http://taalschrift.org/. |
Taal als toegangsbewijs; Richtlijnen voor de taalanalyses van immigratiediensten. Onze Taal 74 (2005), 2/3: 54-5. |
| |
Recensies
‘De talen van Suriname’, red. Eddy Charry, Geert Koefoed & Pieter Muysken. Oso 2 (1983) 2: 234-5. |
‘Early Creole Lexicography’ van André Kramp. Oso 3 (1984) 1: 137-42. |
‘Narrative of a Five Years’ Expedition against the Revolted Negroes of Surinam' by John Gabriel Stedman, edited by Richard Price & Sally Price. Journal of Pidgin and Creole Languages 6 (1991): 326-32. |
‘Surinaams contrast’ van Alex van Stipriaan. Journal of Pidgin and Creole Languages 10 (1994): 389-98. |
‘Africanisms in Afro-American Language Varieties’ edited by Salikoko Mufwene. Journal of African Languages and Linguistics 16 (1995): 83-91. |
‘De wetenschap van het woord’ by George Miller. Onze Taal 64 (1995) 1: 14-5. |
‘Surinaams van de straat (Sranantongo fu strati). Een lexicon van alledaags Surinaams' samengesteld door Ronald Snijders. NRC-Handelsblad - Boeken’, 7-1-1995, p. 3. |
‘The Birth of African-American Culture’ by Sidney W. Mintz & Richard Price. Journal of Pidgin and Creole Languages 11 (1996): 163-67. |
‘Ndyuka’ by George Huttar & Mary Huttar. New West Indian Guide 70 (1996): 193-94. |
‘Skrekiboekoe/Boek der verschrikkingen; Visioenen en historische overleveringen van Johannes King’ Bronnen voor de studie van Afro-Suriname 17. Red. Chris de Beet. Utrecht: Vakgroep Culturele Anthropologie. Journal of Pidgin and Creole Languages 12 (1997): 352-56. |
‘Les créoles’ par Robert Chaudenson. Carrier Pidgin 25 (1997) 1-2: 11-2. |
‘Christian Georg Andreas Oldendorp, Criolisches Wörterbuch. Erster zu vermehrender und wo nöthig zu verbessernder Versuch [1767/68].’ Herausgegehen, eingeleitet und mit Anmerkungen versehen von Peter Stein & Hein van der Voort. Journal of Pidgin and Creole Languages 13 (1998): 389-94. |
| |
| |
‘Die iberoromanisch-basierten Kreolsprachen’ von Angela Bartens. New West Indian Guide 72 (1998): 195-97. |
‘Child Language, Creolization, and Historical Change; Spanish in Contact with Portuguese’ by Eduardo Faingold. Language 75 (1999) 2: 394. |
‘Contact Languages; Pidgins and Creoles’ by Mark Sebba. Journal of Pidgin and Creole Languages 14 (1999) 2: 429-33. |
‘Spoken Soul; The Story of Black English’ by John Rickford & Russell Rickford. De Academische Boekengids 29 (2001): 16. |
‘Les îles du Cap-Vert aujourd'hui’ par Nicolas Quint. The Carrier Pidgin 29 (2001): 13-5. |
‘Introduction to Pidgins and Creoles’ by John Holm. Journal of Pidgin and Creole Languages 17 (2002): 137-41. |
‘Historie der caribischen Inseln Sanct Thomas, Sanct Crux und Sanct Jan. Kommentierte Edition des Originalmanuskriptes. Erster Teil’ von Christian Georg Andreas Oldendorp. Gudrun Meier, Stephan Palmié, Peter Stein & Horst Ulbricht (Hrsgb.). Journal of Pidgin and Creole Languages 19 (2004): 171-6. |
‘Le ndyuka; Une langue créole du Surinam et de Guyane francaise’ par Laurence Goury. Oso: Tijdschrift voor Surinamistiek 23 (2004) 1: 188-90. |
| |
Varia
Obituary Ursy M. Lichtveld. Carrier Pidgin 21 (1993): 1-2. |
Obituary Herman Wekker. Carrier Pidgin 25 (1997) 1-2: 13-4. |
De taalsituatie met betrekking tot het Engels in Liberia en Sierra Leone. (1998). Ongepubliceerd manuscript. |
Focus on Creolists; Hein Eersel. Carrier Pidgin 26 (1998): 1-3. |
Awopbopaloobopalopbamboom, of: Drie redenen om creolist te worden. Adrienne Bruyn & Jacques Arends (eds.), Mengelwerk voor Muysken; Voor Pieter C. Muysken bij zijn afscheid van de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: Instituut voor Algemene Taalwetenschap, 1998, pp. 267-71. |
Linguïstische beunhazerij bij de beoordeling van asielaanvragen; De taalanalyses van de IND. Ongepubliceerd manuscript. |
| |
Ongepubliceerd
Early Marronage; The Formation of the Saramaka Marnons and Their Language. |
|
|