wonderlijke indeling, omdat de Verenigde Staten van Amerika er twee keer in voorkomt en omdat het deel met de titel South America and the United States gaat over Suriname en Venezuela en vervolgens een artikel bevat over Surinaamse hindostaanse vrouwen in de VS. Had het niet meer voor de hand gelegen het land waar de hindostaanse migranten uiteindelijk terechtgekomen zijn als uitgangspunt te nemen en Suriname in te delen bij The English Speaking Caribbean? De situatie van de hindostanen in Suriname heeft immers meer gemeen met die van de mensen van Indiase afkomst in Guyana en Trinidad. Maar misschien was het wel het allerbeste om überhaupt geen indeling te maken.
Ons hier gaat het om de artikelen over Suriname. Dat zijn er drie van de hand van twee auteurs. Twee artikelen zijn geschreven door Hanan Cornelly Orna, een onderwijsspecialiste uit New York, vermoedelijk van Surinaams hindostaanse afkomst. Haar eerste artikel geeft een kort overzicht van de geschiedenis van de Indiase immigranten in Suriname, haar tweede bijdrage gaat over de positie van Surinaamse hindostaanse vrouwen in de Verenigde Staten van Amerika. Daartussenin staat het belangrijkste en interessantste artikel. Dat is geschreven door de Leidse hoogleraar Mohan K. Gautam.
Het eerste artikel van Hanan Orna, A Brief History of East Indians in Suriname, is eigenlijk overbodig. De informatie die dit artikel bevat, is ook, en dan nog veel gedetailleerder en accuirater te vinden in de bijdrage van Gautam, die er direct achter geplaatst is. Het artikel van Orna is kort. Dat is op zich geen bezwaar, maar het vertoont ernstige leemten. Daardoor suggereert het dat de Surinaamsche Britsch-Indiërs Bond ‘Ikhtiyar aur Hak’ (vrijheid en recht), die nauwelijks dertien maanden heeft bestaan, en de als wat progressiever te boek staande Rya Sam j beweging belangrijker is geweest voor de ontwikkeling van de hindostanen in Suriname dan de conservatievere Surinaamsche Immigranten Vereeniging, die later Bharat Oeday heette, en de Shri Sanatan Dharm Maha Sabha Suriname, de grote organisatie van de traditionele, orthodoxe hindoes. Bharat Oeday en de Maha Sabha worden in het artikel namelijk helemaal niet genoemd.
Het tweede artikel, Gautams The Construction of the Indian Image in Surinam: Deconstructing Colonial Derogatory Notions and Reconstructing Indian Identity, geeft namelijk ook een geschiedenis van de hindostanen in Suriname. Maar Gautam doet dat vanuit een heel speciale invalshoek. En die invalshoek is van belang, vooral voor hen die geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van het Hindi en het Sarnami in Suriname. Hindi staat hier voor het standaard-Hindi, dat na de onafhankelijkheid van India daar de officiële landstaal werd. Sarnami is de taal die zich in Suriname ontwikkeld heeft uit de talen en dialecten die Indiase immigranten spraken toen zij voor het eerst in Suriname arriveerden.
Gautam probeert te laten zien dat de situatie waarin de eerste groep Indiase immigranten in Suriname terecht kwam beslissend is geweest voor het ontstaan van het Sarnami en voor de vorm die deze taal kreeg. Die situatie was zo beroerd dat de Britten besloten om, nadat er acht schepen uit India zo'n 3000 Indiase arbeiders naar Paramaribo hadden gebracht, het transport van migranten naar Suriname te stoppen. 20% van de immigranten was gestorven. Er was in Suriname nauwelijks medische zorg voorhanden. En ook de behuizing van de Indiase arbeiders was in feite dezelfde als die van de slaven voor de opheffing van de slavernij. Maar het stoppen van de invoer van nieuwe immigranten betekende voor de hindostanen die al in Suriname gearriveerd waren, dat alle contacten met India verbroken werden. Ze waren aan hun lot en aan elkaar overgeleverd. Dat maakte het voor hen erg belangrijk om goed met elkaar te communiceren om zo samen de zware tegenslagen waarmee zij te maken gekregen hadden, het hoofd te bieden. Gautam