OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 17
(1998)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 108]
| |||||||||||||||||||||
‘Een laatste groet’. Uitvaart- en rouwrituelen in multicultureel Nederland, 7 maart t/m 31 december 1998.Vanaf 7 maart 1998 is in het Museum voor Volkenkunde te Rotterdam (Willemskade 25), de expositie Een Laatste Groet, Uitvaart- en rouwrituelen in multicultureel Nederland te zien. De tentoonstelling omvat een selectie van ruim honderd zwart-wit foto's uit het gelijknamige boek, gemaakt door de bekende Nederlandse fotografe Marrie Bot. De foto's geven een indringend beeld van de overeenkomsten en verschillen in de manier waarop mensen uit een aantal bevolkingsgroepen in Nederland met de dood omgaan. Ze ontsluiten een wereld die nog niemand in zijn volledigheid kent en ontkrachten veel gangbare clichés over de rituelen rond uitvaart en rouw. Het is de eerste samenhangende presentatie over dit onderwerp in Nederland. Marrie Bot woonde vanaf 1990 ruim honderd uitvaarten bij en legde de rituelen vast bij rooms-katholieke, protestantse, joodse en niet-kerkelijke Nederlanders. Ze brengt daarbij zowel de traditionele aspecten als de recent ontstane gebruiken in beeld. Daarnaast fotografeerde ze de rituelen rond de dodenbezorging van de in Nederland wonende Surinaamse creolen, Pakistaanse, Iraanse en Surinaams-Javaanse moslims, Surinaamse Hindoestanen, Kaapverdianen en Chinezen. De fotografe was, met toestemming van de nabestaanden, betrokken bij de familiegebeurtenissen vanaf het moment dat de overledene werd gewassen en opgebaard tot de laatste doden- en rouwrituelen, soms enkele jaren na de dood. De verscheidenheid aan gefotografeerde riten en gebruiken bij de gevolgde groepen is groot. | |||||||||||||||||||||
Gemengde Commissie voor Surinaamse Archieven.Van de zijde van de Gemengde Commissie willen wij de lezers op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen op het terrein van de archiefzorg in Suriname. Enerzijds is er vanwege de politieke situatie vertraging ontstaan in de uitvoering van de in het verleden gemaakte plannen, anderzijds bevindt een tweetal projecten zich momenteel in een belangrijke fase. Het Project Microverfilming is nu in een operationele fase geraakt. De verbouwing van een ruimte binnen het landsarchief tot microverfilmingsatelier is afgerond, de benodigde apparatuur is verscheept en geïnstalleerd en twee medewerkers zijn in Nederland en in Suriname door de firma Microformat geïnstrueerd. Sindsdien is men daadwerkelijk begonnen met de zo belangrijke schaduwverfilming van de belangrijkste en meest bedreigde archiefbestanden in Suriname, te beginnen met de registers van het Centraal Bureau Burgerzaken (registers burgerlijke stand). Hoewel vanaf begin 1998 operationeel, is op 24 april 1998 het project nog eens door de minister van Binnenlandse Zaken en zijn landsarchivaris H.A. Telgt en de Nederlandse algemeen rijksarchivaris dr. M.A. van Boven feestelijk in werking gesteld. | |||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||||
De voorbereiding van de nieuwbouw van het Landsarchief (het geschenk van minister Pronk in 1996) heeft een aanvang genomen. De eerste fase was de opstelling van een algemeen programma van eisen waaraan dit gebouw, zon moeten voldoen. Commissieleden P.J. Margry en H. Leeuwenberg zijn daartoe in oktober 1997 naar Suriname gereisd en hebben er gesproken met de Nederlandse ambassade (projectuitvoerder), de minister van Binnenlandse Zaken en de voor de totstandkoming van het Landsarchief ingestelde Bouwcommissie. Dit heeft geresulteerd in een eerste Programma van Eisen (PvE) waarin de gewenste omvang van de dienst en het gebouw zijn beschreven en waarin de (archivistische) normen zijn geformuleerd waaraan een en ander dient te voldoen. Na verwerking van het commentaar an de Bouwcommissie op dit concept, kan dit PvE in de loop van 1998 definitief worden gemaakt. Op basis van dit PvE zal de ambassade een internationale architectuurprijsvraag uitschrijven. Na de keuze van het winnende ontwerp, zal een uitgewerkt bouwkundig PvE moeten worden opgesteld, waarna in theorie een aanvang met de bouw zou kunnen worden gemaakt. Echter, voordat er daadwerkelijk een gebouw staat, kunnen er nog enige jaren overheen gaan. De situatie is momenteel zo dat vanwege de gespannen politieke verhoudingen tussen Suriname en Nederland, alleen lopende projecten mogen worden afgehandeld. Dit betekent dat na de vaststelling van het algemene PvE de voortgang in de nieuwbouw mogelijk stil zal komen te liggen en er voorlopig geen prijsvraag kan worden uitgeschreven.
P.J. Margry | |||||||||||||||||||||
Gewoon Haags. Migranten uit Indonesië en China, Suriname en de Antillen, 22 april t/m 30 auguatus 1998.Vanaf 22 april is in het Haags Historisch Museum, Korte Vijverberg 7 te Den Haag, de tentoonstelling ‘Gewoon Haags, Migranten uit Indonesië en China, Suriname en de Antillen’ te zien. De expositie toont de tastbare sporen van nieuwkomers en hun nakomelingen van de laatste driekwart eeuw. De hiervoor gebruikte informatie, het beeldmateriaal en de voorwerpen komen niet alleen uit de archieven, maar vooral van de betrokkenen zelf. Zij vertelden openhartig over het leven in hun nieuwe stad, lieten hun foto-albums zien en leenden privé-bezittingen uit. Uit hun verhalen blijkt dat de eerstkomenden de sfeer en cultuur van het land van herkomst probeerden te herscheppen voor hun landgenoten die volgden. Met hun vaardigheden en vakmanschap leverden zij een gezamenlijke bijdrage aan het Haagse stadsleven. Als regeringscentrum, diplomaten- en handelsstad maakte Den Haag al vroeg kennis met verlofgangers, werklui en studenten uit het toenmalige Indië, met Chinezen, Indonesiërs en met Indische mensen. Na de dekolonisatie kwamen er opnieuw groepen migranten naar Den Haag, nu uit Suriname en de Antillen. Zij namen deel aan het Haagse leven en creëerden nieuwe stadsbeelden: toko's en oosterse restaurants, moslimbegrafenissen op Eik en Duinen, Indoroekbands op het Gevers Deynootplein, Surinaamse mannen met gekooide zangvogels op het Malieveld, Pasar Malam Besar en Chinees nieuwjaar met veel vuurwerk en een leeuwendans. Achter al deze activiteiten gaan tal van uiteenlopende persoonlijke verhalen schuil. Zo vertelt een Haagse middenstander hoe zijn comestibleszaak onder invloed vim een groeiende Indische clientèle veranderde in een winkel met oosterse producten en van lieverlee Toko Persoon werd genoemd. Een van de drie Indische zusjes uit de Hawaiianband, de Honolulu Queens, herinnert zich hun optreden in de Houtrusthallen waarmee ze de eerste prijs van een muziekconcours in de wacht sleepten. Een pandita, de eerste hindoestaanse priesters in Den Haag, blijkt betrokken te zijn geweest bij de vroegste vertoningen van Indiase films in speciaal daarvoor gehuurde zalen. En de organisator van het Tropisch Carnaval memoreert dat dit | |||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||||||||||
feest de eerste keer, in 1988, al meteen meer publiek trok dan de koningin op Prinsjesdag. Op de tentoonstelling ‘Gewoon Haags’ zijn vierentwintig portretten van nu al-lang-geen-nieuwkomers-meer te zien. Bij deze levensgeschiedenissen hoort ook eens scala aan voorwerpen: een verwarmde etensdrager van het eerste Chinese restaurant in Den Haag, Het Verre Oosten, het 40 jaar oude uithangbord ‘Rumah Makan Indonesia’ van restaurant Soeboer, een zelfgemaakte negen-snarige Indo-rock-gitaar, een Shanghai-dress die in de jaren zestig veel werd gedragen door meisjes van de Indische jongerengroep de Plu, een Picoletkooitje van de zangvogelvereniging Beef tree en een rituele winti-drum. Al deze voorwerpen, foto's, videofrag-menten en verhalen zijn geordend in thema's als eetcultuur, muziek, sport en culturele organisaties. Op al deze gebieden hebben migranten een onmiskenbaar stempel gedrukt op het Haagse stadsleven. Hun levensverhalen hebben zich vermengd, met elkaar en met de geschiedenis van Den Haag. Veel van het door hen meegebrachte is inmiddels dan ook ‘Gewoon Haags’. | |||||||||||||||||||||
‘Onvoltooid Sranan-woordenboek’ van Pater DonicieOnder het lemma ‘Donicie’ in de ‘Encyclopedie van Suriname’ staat onder andere het volgende: ‘Hij werkte lange tijd aan een Surinaams woordenboek, dat onuitgegeven bleef.’ Jacques Arends zou graag willen weten of het lexicografisch materiaal dat pater Donicie hiervoor verzameld heeft, bewaard is, en zo ja, waar. Lezers van Oso die hier iets meer over kunnen vertellen, wordt verzocht contact op te nemen met: Jacques Arends, Leerstoelgroep Socio-linguistiek & Creolistiek, Afdeling Taal- en Letterkunde, Universiteit van Amsterdam, Spuistraat 210, 1012 VT Amsterdam, tel.: 020-525.3862 of 071-521.6530, fax: 020- 525.3021, email: j.arends@hum.uva.nl. | |||||||||||||||||||||
RedemptoristenarchievenDe Nederlandse provincie van de congregatie van de redemptoristen (gesticht door Alfonsus de Liguori in 1732) kwam op verzoek van ‘Rome’ in 1866 in de missie van Suriname werken. Per 1 december 1997 is daar formeel een einde aan gekomen omdat er bij gebrek aan leden, geen Nederlandse redemptoristen meer naar Suriname gezonden kunnen worden. In oktober 1997 is het archief van de redemptoristen van Paramaribo (verslagen, rapporten, persoonsgegevens, memoralbilia etc.) naar Nijmegen overgebracht. Daar draagt het Dienstencentrum Kloosterarchieven Nederland (Katholieke Universiteit van Nijmegen, KAN, Erasmuspiein 36, 024-361.2412) er zorg voor. Het materiaal zal eerst, na de vele tropenjaren, een bewerking ondergaan en dan geïnventariseerd worden, alvorens voor raadpleging gereed te zijn. In het archief van de redemptoristen (Wittemer Allee 32, 6286 AB Wittem, 043-450.3055) is ook materiaal over de redemptoristen in Suriname. Er bestaat een inventaris van: Buysen, C. & A. v. Huygevoort & C. Stuart, ‘Inventaris van het Bestuursarchief van de Congregatie van de Redemptoristen (C. SS. R.) betreffende de Vice-Provincie Suriname (1824) 1865-1969 (1989).’ Deze inventarisatie is een uitgave van de Stichting Dienstencentrum Kloosterarchieven in Nederland, Nijmegen 1993. | |||||||||||||||||||||
Seminar ‘Historische database van Suriname’: 125 jaar Hindostaanse immigratie in Suriname', 13 juni 1998, Algemeen Rijksarchief te Den HaagHistorische database-projectHet Instituut voor Maatschappij Wetenschappelijk Onderzoek (IMWO) van de Universiteit van Suriname en Amrit Consultancy in Den Haag hebben in samenwerking met de Vereniging | |||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||||||||||
Nauyuga in Suriname een uniek project opgezet om de persoonlijke gegevens van Hindostaanse contractanten in Suriname in een database op te slaan. Deze gegevens liggen in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag opgeslagen in de zogeheten Immigratieregisters en Immigratie Klappers. Tussen juni 1997 en april 1998 zijn uitgebreide gegevens ingevoerd van ruim 26.000 contractanten (tweederde van het totaal aantal). De gegevens die ingevoerd zijn: achternaam, voornamen, contractnummer, plaats van herkomst (streek, dorp, politiepost), aankomst, contractperiode (inclusief verlenging), familie-relaties (familie van welke contractant), huidkleur, bijzondere fysieke kenmerken, voor wie de contractant is geworven, waar hij/zij te werk is gesteld, mogelijke activiteiten van verzet en algemene aantekeningen in het register (inclusief aantekeningen over kinderen). De ingevoerde gegevens, van de klappers omvatten summiere gegevens van alle immigranten (ruim 35.000): naam, contractnummer, het schip waarmee men aangekomen is en de status (overleden, vertrokken e.d.). Deze gegevens hebben voor genealogische en wetenschappelijke doeleinden grote waarde. De gegevens uit de database worden in boekvorm uitgebracht in een namenboek van ongeveer 5.000 pagina's (vijf in kunstleer gebonden delen van ongeveer 1.000 pagina's). Het namenboek (alle vijf delen samen) zal f 2.000,- kosten en wordt in een beperkte oplage uitgebracht. Daarnaast zal er een overzichts-publicatie worden uitgebracht met overzichts-artikelen over Hindostanen. De database en bijbehorende publicaties zullen in Nederland op het seminar op 13 juni 1998 worden gepresenteerd. Dit seminar vindt plaats in het Algemeen Rijksarchief (ARA) te Den Haag. | |||||||||||||||||||||
Speciaal onderdeelEen speciaal onderdeel op het seminar omvat een kennismaking met de Surinaamse archieven van het ARA. Bezoekers van het seminar zullen in subgroepen onder begeleiding deelnemen aan een rondleiding in het ARA. | |||||||||||||||||||||
AanmeldingGezien de beperkte capaciteit (maximaal 100 deelnemers) is reservering vooraf verplicht. Deelname aan het seminar kost fl 15,-. Dit bedrag is inclusief koffie, thee, een lunch uit de Hindostaanse keuken. Deelnemers krijgen een korting van 20% op de aanschaf van het overzichtsboek over 125 jaar immigratie. Aanmelding en informatie: Amrit Consultancy, Gerard Doustraat 160, 2526 NK Den Haag, tel: 070-388.70.33, fax: 070-388.93.33, email: amrit@bart.nl. Boekingen vinden plaats op basis van datum van aanmelding en betaling. Dit project is een initiatief van de Werkgroep Historische Database met als participanten IMWO, Amrit Consultancy, ARA en de Universiteit van Amsterdam. De werkgroep stelt zich ten doel om de digitalisering van de Surinaamse archieven te bevorderen. | |||||||||||||||||||||
Programma:
|
|