De Gemengde Commissie voor Surinaamse Archieven. Voortgangsverslag 2.
In een eerdere aflevering van OSO (jaargang 9, nr. 1, 1990: 104-106) is verslag gedaan van de oprichting, mede op initiatief van de Stichting Instituut tot Bevordering van de Surinamistiek, van een Gemengde Commissie voor Surinaamse archieven. Met de term ‘Gemengde Commissie’ wordt aangeduid dat in de commissie, die haar basis en secretariaat op het Algemeen Rijksarchief te Den Haag heeft, tevens vertegenwoordigers van andere instellingen zitting hebben. De Gemengde Commissie telt Nederlandse en Surinaamse leden, en heeft als doel voorstellen te doen ter verbetering van de bestaande situatie met betrekking tot de Surinaamse archieven, alsmede middelen te vinden om deze voorstellen te doen effectueren. Daarbij is aan het conserveren en vervolgens beschikbaar doen maken van de zich in Suriname bevindende archieven de hoogste prioriteit toegekend, gezien het feit dat de huidige situatie in Suriname zeer zorgelijk is.
Zoals in de eerdere OSO-bijdrage te lezen is besloot de Gemengde Commissie te pleiten voor een fase-gewijze aanpak van de problematiek, waarbij op korte termijn (in 1990) een archiefdeskundige naar Suriname zou moeten worden uitgezonden, die in samenwerking met de archiefbeheerders aldaar een eerste inventarisatie van de problemen en mogelijkheden zou kunnen opstellen. Uit deze pilot study zou een rapport moeten voortvloeien met aanbevelingen voor de middellange en lange termijn, voorzien van een financiële raming en een tijdsraming. De Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking drs. J. Pronk reageerde al in januari 1990 positief op een subsidie-aanvrage ten behoeve van bedoelde pilot study, terwijl de Surinaamse overheid te kennen gaf aan de daadwerkelijke uitvoering ervan medewerking te zullen verlenen. Afgesproken werd dat de Nederlandse Algemene Rijksarchivaris een archivaris zou aanwijzen voor de uitvoering van de pilot study. Deze zou zijn missie onder verantwoordelijkheid van de Algemene Rijksarchivaris, maar in overleg met de Gemengde Commissie ten uitvoer brengen. Het lag in de bedoeling dat deze eerste fase van de plannen van de Gemengde Commissie nog in 1990 zou worden voltooid.
Nu, ongeveer twee jaar later, kan opnieuw melding gemaakt worden van goede vorderingen. Twee archivarissen, drs. P.J. Margry en dr. G.W. van der Meiden, verbleven in opdracht van de Algemene Rijksarchivaris van 21 november tot 19 december 1990 in Suriname ter uitvoering van bedoelde pilot study. Hun bevindingen legden zij neer in het ‘Rapport inzake de archiefzorg in de Republiek Suriname’, dat in februari 1991 werd uitgegeven. De inhoud van het rapport is enerzijds verontrustend, daar de huidige situatie van het Surinaamse archiefwezen de bangste vermoedens bevestigt. Anderzijds is duidelijk geworden dat in Suriname in brede kring, inbegrepen de overheid, het besef leeft dat een spoedige aanpak van de archiefproble-