De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom
(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij2.Wilt uw Huizen weer verçieren
En Oranjes jaardag vieren;
Rigt nu Eerepoorten op,
Hyst de Oranje-Vlagt ten top. bis.
| |
3.Vlegt nu Boogen, Kranssen, Kroonen,
Wilt uw liefde nu betoonen
Voor Oranje onzen Vorst,
Zingt nu helder uit uw borst. bis.
| |
4.Koomt, oprechte Oranjevrinden!
Koomt, ô waare Prinsgezinden!
Vierd den teugel aan uw vreugd,
En weest op deez' dag verheugd. bis.
| |
5.Lang genoeg in druk gezeeten,
Wilt uw voorig druk vergeeten,
Nu den brave Oranjeheld
Weer in Luister is hersteld. bis.
| |
6.Wilt u op deez' dag verblyjen,
Gaat weer vrolyk aan de Ryjen;
Zingt tot lof van Nassauws bloed,
Met Oranje op den Hoed. bis.
| |
7.Koomt nu, Stad- en Dorpelingen!
Wilt met vreugd het Liedje zingen:
In den Haag en op het Hof,
Zingt men van Oranjes lof. bis.
| |
8.Niemand zal uw blydschap stooren,
| |
[pagina 93]
| |
Zingt dan weer gelyk te vooren,
Breekt den Tak en buigt het Riet.
Egter treurd Oranje niet. bis.
| |
9.Onzen Vorst wierd nooit verlaaten,
Vuige laster kon niet baten:
Want al is de leugen snel,
Waarheid agterhaald ze wel. bis.
| |
10.Wie zouw thans zyn blyschap spaaren,
Nu Prins Willem Veertig jaaren,
Op deez' aangenaamen dag,
Tot ons heil bereiken mag? bis.
| |
11.Gy die Neerlands onheil stigten,
Moet nu voor Oranje zwigten?
Wykt van hier, ô snood gespuis,
Haaters van 't Oranjehuis! bis.
| |
12.Had gy 't ooit wel durven denken,
Dat men u genaê zou schenken?
Dankt den Vorst en onzen Staat,
En beteugelt uwen haat. bis.
| |
13.Hebt berouw, erkend uw schanden,
Geeft Oranje hart en handen,
Die verleid zyt en verblind,
En blyft altyd Prinsgezind,
| |
14.Laat ons dan in vreede leeven,
En vergeeten en vergeeven;
Wordt tog nooit weer dol en zot,
En geen valsche Patriot. bis.
| |
15.Legt dan af uw moordgeweeren;
Wilt Oranje met ons eeren;
Eerd met ons 't Oranjebloed;
Draagt Oranje op uw hoed. bis.
| |
16.Laat ons zaamen dan eens klinken,
En op WILLEMS welzyn drinken;
Doet met ons dan altoos meê,
Roepen wy Hoezée! Hoezée! bis.
| |
17.Eert den Prins en Prinsgezinden.
Laat u nooit by Muiters vinden;
Leeft met ons in vrede en rust;
Laat het twist-vuur zyn geblust. bis.
| |
18.Wilt met ons in Oranje looven!
Roept met ons Oranje booven!Ga naar voetnoot(a)
| |
[pagina 94]
| |
Toont dat gy thans zyt verblyd,
En ook braave Burgers zyt. bis.
| |
19.Zyt gehoorzaam aan de Staaten;
Wilt Oranje nooit verlaaten.
Als uw Regt ooit wordt verkragt,
Doet aan Hem dan uwe klagt. bis.
| |
20.WILLEM zal het vonnis vellen,
En uw Regten weer herstellen;
Want hy heeft een Eed gedaan,
Om 's Lands Regten voor te staan. bis.
| |
21.Hy is 't Hoofd der Burgerschaaren,
Om hun Regten te bewaaren;
't Is uw Voorspraak by den Staat;
't Is uw Hulp en Toeverlaat. bis.
| |
22.Dat hy leev tot onze blyheid,
Voor de Godsdienst, voor de Vryheld!
Dat geen ramp of tegenspoed
Onze braven Vorst ontmoet! bis.
| |
23.Dat Oranje's Gemalinne,
Neêrlands Moeder en Vorstinne,
Heil en Zegen, Roem en Eer,
Moog verkrygen van den Heer! bis.
| |
24.Dat de Vorstelyke Looten,
Uit de Oranje stam gesprooten;
Vol van Heldenmoed en Deugd,
Leeven tot 's Lands heil en vreugd! bis.
| |
25.Dat de Oranjestam moog groeijen!
Dat Hy geurig staa te bloeijen!
Dat Hy vrugten draagen mag,
Tot aan 's Weerelds jongsten dag! bis.
| |
26.Lang leev Willem van Oranje!
Met Fred'rika van Germanje!
Drinken wy tot een besluit,
Deezen vollen Beker uit. bis.
Uit Liefde voor ORANJE,
en de Herstelde Vryheid.
|
|