De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom
(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij2.Al wat onheil baart bewerkers,
Al wat ondeugt is versterkers,
Tirannische Vloekcabaal,
Neêrlands Plutoos altemaal.
| |
3.Pligtverzaakers, Rustverstoorders,
Wetverbreekers, Burgermoorders,
Landverdervend Eedgespan,
Zyt vervloekt van man tot man.
| |
4.Dat de blixem u verslinde,
Wenschen alle Prinsgezinde;
Hemeltergend Tweedrachts-Rot,
Wagt een strop van Neêrlands God.
| |
5.Nassauws Vorst door u geschonden,
Gehoont, gedoemt, ô Keezen Honden,
Lydt al onrecht met gedult,
Tot dat de maat zy vervult.
| |
6.Dan zal Willem zich herstellen,
Dwang en Heerschzucht nedervellen,
Vryheids Troon en Batoos recht,
Door hem worden opgerecht.
|
|