De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *3] [p. *3] Het vervolg van den nog bloejenden Oranje-boom, of verzameling van liederen, op de blyde inkomst van zyne doorl. Hoogh. en haare koninglyke hoogheid, en vorstelyke telgen, in 's Hage. No. 1. Stem: Damon is myn Vreugd en Leeven. 1. Geluk! oprechte Nederlanders, Geluk, geagte Burgerschaar, Het heilig recht, hoe kan het anders? Dat zegenpraalt: o blyde maar, d'Oranje Vorst, de Kroonvorstinne, Het Vorstelyk Kroost keert tot ons weer Hoe streelt zulks dan ons hart en zinnen, Gods goedheid zy alleen de eer. 2. Komt laaten wy nu vrolyk weezen, En al het leed ons aangedaan, Vergeeten daar het Opperweezen, Met zeegening ons heeft belaan, Vergeeven wy uit 's harten gronde, Aan ieder die een waar berouw Betoond, en die ten allen stonde, Aan Land en Vorst zal zyn getrouw. 3. Hier toe zyt gy opregt geneegen, Zulks is der Batavieren aart, [pagina 66] [p. 66] Uw hart liet zig altoos beweegen, Door waar berouw, met deugd gepaart, Prins Willem wil het voorbeeld geeven, Van liefde en van zagtmoedigheid, Hy bid den Regter om hun leeven, En zegt: myn Volk dat is verleid. 4. Wie moet dien Vorst dan niet beminnen, Niet agten, niet zyn toegedaan, Niet tragten zulk een hart te winnen, Met vreugd voor hem ten stryde gaan, Ons leeven in de waagschaal stellen, Ja sterven voor d'Oranje Stam, Zyn Vyand moedig needervellen, Zoo hy ooit tot ons weder kwam. Vorige Volgende