De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom
(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij2.Die Vorst! Die torst
Al Nederlands belangen,
Zal haast de snoodaarts vangen
In den Kuil;
Door hun voor hem gegraven.
Hy de Zuil,
Voor alle Neerlands braaven,
Tart het snood gehuil.
| |
3.Ons Goed en Bloed
Besteên wy voor Oranje!
Hy hoed ons vry Germanje,
Overheerd;
Door snoode Lasteraaren
't Recht verkeerdt
Hersteld by zyn verjaaren,
Daar men Illumneerdt.
| |
4.Hoezée 's Lands bee
Ten Hemel opgeheeven,
Doet 's Lands verdrukkers beeven,
Ons, volmoed,
De Stem by 't Speeltuyg paren,
Snood gebroed!
Wie drygt gy met gevaaren,
Daar ons God behoedt.
| |
5.Het Regt, ontzegt
Aan Ed'le Batavieren,
Die smaaden Vrycorps dieren,
Maar getrouw
Nog voor Oranje leeven;
't Staatsgebouw
Word door dien Vorst verheven
Boven druk en rouw.
| |
6.Uw nood, vergroot,
ô Monsters! door uw grillen,
Maar hoe zult gy gillen,
Eens ten top
| |
[pagina 52]
| |
Van uw woên gesteegen,
Als g'een strop,
Hebt tot uw loon gekreegen!
ô Myn Kop! myn Kop!
| |
7.Maar wy, Die bly,
En trouw den Vorst beminnen,
Zullen eens verwinnen,
En, door God,
Met hem triompheeren,
Om ons Lot,
Daar de Heer der Heeren
Al uw doen bespot.
| |
8.ô Heer! Verëer
Aan onzen Vorst veel daagen,
In Uw Welbehaagen.
Spaar ons Land;
Zyn Gemalin en Spruiten,
Hoed uw Hand.
Stoot alle twisters buiten,
Herstel d'Eendrachts band.
| |
9.ô Heer! ai leer
Al die uw Willem haaten,
Hun boos gedrag verlaaten.
't Blind gezicht,
Van Neêrlands onheilzoekers,
Word verlicht;
Leer Hun, dat Gy uw vloekers,
Door uw oordeel richt.
|
|