De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No 16. Drinklied. Stem. Schoon dat ik onder 't groen. 1. Schoon tweedracht wyd en zyd, Haar twistvuur doet ontbranden, In Batoos vrye Landen! En aan de bleeke nyd, De onschuldigste offers wyd: Wy Broedren by elkandren, Den een denkt als den andren, Geen vuige Bastaarding, Gryp plaats in onzen kring; ô Neen: - die laffe snooden, Zyn by ons niet van nooden, Wy roepen uit de borst, Lang leef de Oranje Vorst! - 2. Haast breekt den Morgen aan, Dat all' die deugd verachters, Die Wett' en Recht verkrachters, Als Sneeuw op 't Veld vergaan: Dan zullen niet 's Lands addren, [pagina 25] [p. 25] Deez' vrye grond bezwaddren, En 't nest dat onrust broeid; Word ganslyk uitgeroeid. - De Oranje Zon zal schynen; Den nevel zal verdwynen. Dan roepen we uit de borst, Lang leef die groote Vorst† 3. 't Za Vrienden in het rond, De glaasjes vol geschonken; En daar op eens gedronken; Men roepe uit eene mond, ô Driewerf zaal'ge stond! - Dat Willem van Oranje, Wiens Huis ten schrik van Spanje, Voor Vryheid immer pal, Eens weêr herkrygen zal, Het recht hem aangebooren; Door snoode dwang verlooren, Door Heerschzucht arm geschorst, Lang leef - lang leef dien Vorst! Vorige Volgende