Het Oranje vreugde-maal
(1747)–Anoniem Oranje vreugde-maal, Het– Auteursrechtvrijopgedischt in de gaare-keuken van de Gekroonde B. Ter gelegenheyd van de Verheffing van zijne Hoogheid
[pagina 93]
| |
Stem: Als ’t begind.BEdroefde Herder ziet,
Hoe komt dat Laura vliet,
Ik vind mijn Nimphje niet,
In dees Bosschagie;
Hier heb ik lang getoeft,
Mijn treurig Hert bedroeft,
Dat nu wel troost beheeft,
Voor zijn kwellagie;
Och komt en wilt my eens verblyden,
Zo stel ik al mijn druk ter zyden.
Heb ik niet zoete Meyd,
Uw Schaapjens dik geweyd,
Ja zelfs uw’ Stal bereyd,
Voor ’s Winters vlagen;
Om dat de koude Snee,
Boreas Winden mee,
Uw zagt Gewolde Vee,
Niet zoude plagen:
Nu gaat gy Laura voor mijn vlugten,
En doet my aan dees ongenugten.
Is dit voor mijn Loon?
(Gy Diaan Schoon)
Trouw Herder in ydoon,
| |
[pagina 94]
| |
Ey keerd uw Zinnen;
Hadd’ ik uw dat betrouwd
Dat gy Philander zoud,
Zo maaken ’t Hert benoud,
Door ontrouw Minnen,
Hy dien trouwheyd zwoer voor dezen,
Maar trouw met ontrouw heeft bewezen.
Gelooft vry Neyders kwaad,
En steund op Vrienden raad,
Die met een valsch gelaad,
Uw Oogjens blinde;
Om dat uw’ Schaapjens zijn,
Wat meerder als de mijn,
Moet ik eylaas met pijn,
By deze Linde:
Mijn Lammertjes alleenig hoeden,
Dat wy ons Beesjes te zamen voeden.
Nu Vrienden voor een slot,
Beveeld de zaaken Godt,
En houd niet meer de spot,
Met de een en and’re Knaapjens;
Dit is de laatste groet,
Die uw Philander doet
Gaat zoekt een lompen Bloed,
Ik zal mijn Schaapjens,
Aan een zo frayen Nimphje besteden,
Die met mijn Beesjes zal zijn te vreden.
Eynde. |
|