is beperkt n.l. het Afrikaanse nationalisme. Deze poëzie is ‘volledig menselijk’, bovendien ‘door en door Afrikaans’.
Van Eckeren schrijft over Van Wijk Louw n.a.v. enkele essaybundels. Binnendijk behandelt in zijn kroniek: L.Th. Lehmann. ‘Zonder Vestdijk is Lehmanns poëzie, die een verbinding is van barokke plastiek en nuchtere feitelijkheid, niet wel denkbaar’. L's verzen zijn echter ‘opener, jongensachtiger, kwajongensachtiger’.
- Criterium. Het Mei-no. is een dubbel-no. Een drietal nagelaten gedichten van Slauerhoff. Poëzie van Hoornik, Achterberg, Lehmann Dubois, Den Brabander, Van Hattum e.a. Een novelle van Bertus Aafjes ‘De Zeemeerminnen’, waarin een ten dode opgeschrevene in zijn laatste heldere ogenblikken opschrijft wat z'n leven voor hem was en die, na 't bewustzijn verloren te hebben, als in trance doorgaat met 't spreken dezer herinneringen, die begrijpelijk vooral hallucinair zijn. H.M. van Randwijk publiceert een fragment uit zijn reisboek over de Levant. Cola Debrot antwoordt enige recensenten, die het ts. niet welwillend ontvingen, o.a. Uyldert, Knuvelder, Van Duinkerken e.a. Debrot vat nog eens kort 't programma van ‘Criterium’ samen: ‘Wij zijn inderdaad de voortzetters van Forum voorzoover wij ons niet tevreden stellen met den eenzijdigen rijkdom van een metaphysische literatuur. Wij hopen echter aan de eenzijdigheid, die Forum als reactie tegenover de andere eenzijdigheid wel stellen moest, te ontkomen. Of wij zullen slagen, is de vraag. Zelfs is het de vraag of het gewenscht is, dat wij slagen’.
- De Gemeenschap. De Poëzie-kroniek (van......?) bespreekt de keur uit de liefdeverzen van Giza Ritschl verzorgd door Hendrik de Vries. De schr. van 't artikel meent dat de Hongaarse dichteres beter in haar moedertaal had kunnen blijven schrijven, ze kent de portée en het effect niet van alle hollandse woorden. Is de dichteres een hollandse Marceline Desbordes-Valmore? vraagt de schr. (daarbij doelend op de inl.), waarop hij antwoordt: neen, de hongaarse.
- Elseviers Maandschrift. Marie Schmitz oordeelt zeer gunstig over Van Eerbeek's ‘De Doeve’, waarin getracht is vorm en inhoud zo nauw mogelijk met elkaar in overeenstemming te brengen. Marsman bespreekt ‘Dichters der Reformatie’ van Dr. W.A.P. Smit en wel zeer gunstig. Het enige bezwaar van Marsman is: een vrijwel volkomen afwezigheid van psychologie. Men krijgt geen impressie van de mensen, in wie zich alles, strijdend en versmeltend, voltrok. Overigens echter: een uitvoerig, goed geschreven, helder doordacht en grotendeels overtuigend betoog.
- Nederland. no. afl. 9 geeft een paar verzen van E.J. van Ebbenhorst Tengbergen uit een binnenkort te verschijnen Jongerenbundel ‘Evolutie’.
- Het Vrije Schrift onder red. van C. Huickx en Willen Eges ging z'n 2e jaarg. in, de beide redacteuren vullen het le no. geheel met hun proza. Eges vervolgt z'n roman.
B.v.N