Is dit iets voor u?
- De zgn. posthume critiek van Willem de Mérode, afgedrukt in Groot Nederland Maart '40, heeft velen verwonderd en geërgerd.
Wie De Mérode gekend heeft, wist bijna met zekerheid dat dit geen artikel was door hem geschreven met de bedoeling het te publiceren. Het is jammer, dat de uitgever van dit stuk z'n naam verzwijgt. Tegen een onbekende in 't geweer komen, doet niemand. Dat Het Vaderland (12-3-'40) het stuk gedeeltelijk overneemt, De Nieuwe Eeuw zelfs geheel (21-3-'40) is nog daar aan toe, maar dat De Reformatie (29-3-'40) het overneemt met het onderschrift, dat hier meer dan één waarheid ligt uitgesproken, is toch wel zeer eigenaardig. Jammer dat Prof. Schilder niet onderkende de animo, waarmee dit artikel elders gelanceerd werd. Hulde aan 't Hollandsche Weekblad van 30-3-'40, waarin Lecq zegt, dat dit artikel geen artikel is. Het is een fragment van een brief, waarin De Mérode z'n gal eens uitstort en onaangename dingen zegt over personen die tot z'n vriendenkring behoorden en van wie bekend is, dat hij ze stuk voor stuk waardeerde. Houwink stelde een bloemlezing uit De Mérode's werk samen, Wilma behoorde tot z'n intiemste vriendenkring. ‘Het lijdt geen twijfel of De Mérode zelf zou diep gegriefd zijn, indien hij wist, dat deze ongetwijfeld als vertrouwelijk bedoelde uitingen aan de openbaarheid werden prijsgegeven’. Het opschrift is ook doorzichtig onjuist.
Het is opmerkelijk, dat dit zeer juiste standpunt gevonden wordt in een blad dat niet naast De Mérode stond. Zó had De Reformatie moeten spreken. Nu steekt de houding van Prof. Schilder wel donker af.
- Jan Engelman zegt in De Nieuwe Eeuw (29-2-'40) dat hij andere idealen, ook andere kunstidealen heeft dan Vestdijk, maar diens Anton Wachter-romans (o.a. Sint Sebastiaan) geven een ontleding van het gedachten- en driftenleven van kinderen en adolescenten, waarvan de scherpte en de concrete juistheid in hoge mate te bewonderen zijn. ‘Men verwijt hem een ongezonde voorliefde voor het ziekelijke, maar ik geloof veeleer dat hij tot het type behoort, dat de behoefte heeft om tot “Verklärung” te geraken door alles te kennen en geen werkelijkheid uit de weg te gaan. Om zich schrijvend te bevrijden van obsederende schrikbeelden. Dat men op die manier, zeer dicht op de feiten, geraakt tot een hoog soort kunstwerken, denk ik niet. Kunst scheppen is nu eenmaal voor een groot deel kiezen, en voor een zéér groot deel: inslikken’.
- Gerard Walschap heeft in een brochure ‘Vaarwel dan’ van zich afgesproken. Jarenlang werd hij stelselmatig door de kerkelijke leiding vervolgd, velen deden daaraan mee, hoewel ze volkomen onbevoegd waren. Krasse staaltjes