Opwaartsche Wegen. Jaargang 17(1939-1940)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 567] [p. 567] Koos van Doorne Voor N.N. Gij gaaft mij twee paar schoenen ten geschenke; nog afgezien van de vreemdsoortigheid geeft deze gift mijn dichtend hoofd te denken en teugelt de gerede dankbaarheid. Zijn deze schoenen soms zó ras versleten dat één paar geldt als een té kort onthaal? Ofwel, spreekt gij hiermee - wie zal het weten - in poot-ige, voor mij leer-rijke taal? Nietwaar, wat heeft er al niet twee paar hoeven: de os, het schaap, de ezel en het zwijn...... Maar, als ik zúlk een lesje zou behoeven wist gij manieren, die goedkoper zijn. Ik acht, uw gierigheid in 't oog genomen, een schuldig-aan-geniepigheid weerlegd. Dus moet ik, zij het met argwanend schromen geloven, dat gij 't mij met schoenen zegt. Ik zal de laatste zijn, dit te verwijten; als tip voor vrienden is het lang niet slecht...... Heb dank. Ik ga nog heden aan 't verslijten. Vorige Volgende