deze tijd dringt door. Zelfs niet als Lasalle zich aansluit bij de socialistische partij, want hij was een volstrekt eenzame. Elias maakte steeds onvrijwillig een omweg; de mensen zoekend, verwijdert hij zich meer en meer in zijn persoonlijke eenzelvigheid (E125).
De eenzaamheid is beter dan een kus, want wie weet hoe hij bemind wil zijn (E237)?
Zijn gehele leven door zocht hij de vereenzaming van een onverhoedse vlucht. En steeds heeft hij gepoogd uit-te-breken het onvoorziene en onverwachte tegen. In zijn jeugd wordt hij getrokken naar het wittelandhuis, zijn ‘luchtkasteel’, maar telkens keerde hij weer tot de koude hoogmoedige rust van het huis (E147-149).
Elke vlucht, (die in de grond niets was dan de poging zich te bevrijden van de misgroeidheden der jeugd;) - eindigt in een weerkeer.
Van het landhuis - naar het landhuis terug.
Van het instituut - naar het instituut terug.
Van zijn aarde - naar zijn ‘aarde’ (E137, 268).
Hij was als dat kerstgeschenk: een vlinder in een glazen doos.
Vaak heeft hij getracht weg te vliegen, maar steeds botste hij tegen de wanden van zijn onzichtbare gevangenis.
En wanneer hij zich later terugtrekt in zijn ‘louteringskamer’ (!) moeten de vensters dicht. ‘Ik zou kunnen wegvliegen over de daken’, lacht hij (E264). In die lach is de vermoeidheid van dit leven ontmaskerd, dat een durende strijd was tegen de nachtegalen, een gevecht met de onzalige droomverbeeldingen (E264).
Telkens heeft hij op onverwachte momenten het verloren paradijs willen hervinden. En het grote zelfbedrog, dat zijn bestaan doorwoekerde, was dat hij het zelf schiep en waar hij het hebben wou (O 6).
De muziek, die bijna subliem van een verloren vaderland vertelde (O 75), heeft hem zeer bedwelmd.
Met tante Henriëtte terugkerend uit de kerk, trok hij een plantje uit de grond om het donkere leven der worteltjes tot in hun diepste geheimen te raken. Tante H. wierp het plantje tegen de bemoste kerkmuur; volgens haar vond het vanzelf de weg tot zijn aarde (E137).
Zo is ook Elias, ondanks zijn talloze ontvluchtingspogingen steeds weergekeerd tot zijn aarde, zelfs toen hij trachtte te ontkomen