Opwaartsche Wegen. Jaargang 16(1938-1939)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 384] [p. 384] Paul Ewald. Begrenzing Mijn boot drijft naar de ijle, verre kust. Het water is doorzichtig cellophaan Waardoor ik zie de hemel en het gaan Der witte wolken in hun staat'ge rust. Omhoog drijft strak een meeuw naar vrije lust, Maar ver omlaag zweeft hij een tweede baan In deez' beslotenheid verwekken alle daan Hun echo in de leegte waar 'k op rust. Mijn leven en der dingen schone schijn Zijn al gevangen in Uw majesteit O God, als in onbreekbaar kristallijn. En in de wijde koepeling van tijd Vindt ieder ogenblik noodzaak'lijk zijn Weerspieg'ling in de kom der eeuwigheid. Vorige Volgende