Opwaartsche Wegen. Jaargang 16(1938-1939)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] A. Wapenaar Het bloed der martelaren Voor Ds. Niemöller Gods liefste, tot de dood getrouwe kind'ren Zijn stervende den Antichrist te sterk, Want hun vergoten bloed is 't zaad der Kerk: Wat macht ter wereld zou zijn bloei verhind'ren? En geen seizoen zal ooit den oogst doen mind'ren. Der jonge ranken, kenbaar aan het merk Van 't daaglijks snoeien, 's handmans teerste werk. Als sappen van den Wijnstok hen doorzind'ren. Zij zijn verkoren, gave vrucht te dragen, De nieuwe wijn van 't godd'lijk welbehagen; Uit al hun pijnen heeft God hun bereid Voor Hem te bloeien tot in eeuwigheid. in 't oogstgetij zijn 't meest vruchtbaar bevonden De ranken, door Zijn snoeimes 't felst geschonden. Vorige Volgende