Opwaartsche Wegen. Jaargang 16(1938-1939)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Jan H. Eekhout De sneeuw (Naar een motief van Emile Verhaeren). Sneeuw valt of zij eeuwig duren gaat over de heide, de eindelooze heide, sneeuw valt of zij eeuwig duren gaat, valt zonder liefde, valt zonder haat - sneeuw valt en valt en valt en valt en blijft vervelend vallen, en valt en valt, millioenentallen vlokken vallen, vallen over de heide, de hoeven, de lage dorpen, vallen niet sneller, niet trager, vallen - sneeuw valt en valt en valt en valt onheilzaam uit de grauwe wolken, valt en valt en valt over de gouwen - sneeuw valt en valt en valt en valt door de leege zielen der armen, geringe zielen, valt en valt zonder erbarmen en de haarden zijn dood en een vrouw die zal baren zit neven de doode haard te staren [pagina 130] [p. 130] en voelt de sneeuw door haar leven vallen, vlokken, vlokken millioenentallen en zint op haar schoot - sneeuw valt en valt en valt en valt en zij is nood en valt en valt en valt en valt over de hoeven, de heidegehuchten en de heide is groot en wie er wonen zwijgen en duchten de sneeuw, de dood - sneeuw valt en valt en valt en valt over stok en steen, hoe lang zij vallen en vallen zal weet geen, sneeuw valt en valt en weeft staag aan de doek voor wie straks sterven gaan uit haar bleek garen, de sneeuw, de onvruchtbare sneeuw die stil valt en valt en niet eindigen wil - Vorige Volgende