Opwaartsche Wegen. Jaargang 16(1938-1939)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Roelofje Hart Geboorte Het lééfde in een stroom van pijn en bloed! Het was van mij gescheiden en het schreide! Er woei een wilde vlaag van medelijden Dat prille felle krijten tegemoet, Toen zàg ik het en toen was alles goed! 't Lag naakt en klein, een meisje, en het schreide, Om zich van 't eerste alleen-zijn te bevrijden...... Het was een wonder vreemd en o zoo zoet! Een buigt zich over mij, 'k zie hem een licht In de oogen bloeien, dat ik nog niet ken, Mijn diepste wezen mèrkend: dat ik ben De moeder van zijn kind! mijn denken zwicht Voor deze gloed - onmetelijk verschiet Vol sterren, fonk'lend om een ruischend lied - Vorige Volgende