Opwaartsche Wegen. Jaargang 15(1937-1938)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 271] [p. 271] Annie J.M. de Vries De verborgene God, Gij zijt een God van tegenwind, Verren wind, die aangiert uit de landen Waar een rustelooze zee de stranden In haar ruischende omarming windt. God, Gij zijt een God van 't rechte pad, Dat zich voor ons uitstrekt, afgebakend, Waar wij loopen naar Uw veil'ge stad, Altijd nuchteren en immer wakend. God, dit is de moeite van ons leven, Dat Gij op het rechte pad ons vindt, Met den roep der verten ons omzwevend, Zingend: Ik ben God van tegenwind. God, dit heeft ons hart voorgoed gespleten, Dat Gij komt en onze handen vat In het vreemde land, opdat wij weten: God, Gij zijt een God van 't rechte pad. Vorige Volgende