Opwaartsche Wegen. Jaargang 15(1937-1938)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] [Gedichten van Theo ten Hooven] Theo ten Hooven Doop Wijding hing tussen de pilaren in 't hoge koor der Kathedraal, die nog getuigt, hoe 700 jaar geleden, in mystieke taal, een volk, dat religie aan daad kon paren, centraal God eerde in 't oksaal; en in de bouw, in kruis gebaren de Zoon herdacht aan schandepaal. In dit Godshuis werd uw kind gedragen naar het hoge en stille feest toen Hij in Zijn liefde 't durfde wagen ik ben er zelf getuige van geweest - haar Zijn beeltenis te laten dragen. Glorie zij den Vader, Zoon en Geest. [pagina 96] [p. 96] Theo ten Hooven Bekentenis Ik wil het je bekennen: er huivert diepe angst in mij voor pijn: pijn voor injectiepennen, de rode pijn van het lancet en ook de weeë angst voor de narcose waaruit men - zonder weten zonder boodschap - overglijdt in eeuw'ge slaap. Niet voor de dood ben ik bang; de dood kan mij - zoal de dood ons eenzaam maakt - eenzamer dan ik ben niet maken. Integendeel zijn zachte hand zal uit dit hunk'rend lijf mijn ziel stil beuren en brengen bij den Heer, Die m'in Zijn armen neemt en zegt: ‘Nu ben je thuis’. Vorige Volgende