Opwaartsche Wegen. Jaargang 15(1937-1938)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Bob Stempels Avondmaal - Tenslotte kunnen wij het niet vermijden, God, U te erkennen, maar wij blijven zwijgen. - Vader staart stroef op tafel, vloekt zijn lot, Doch komt er niet toe zich voor U te neigen. Moeder vouwt schuw de handen, steeds bereid, Kijkt angstig rond, maar bidt dan toch, alleen. Hoe vredig haar gezicht, van alle zorg bevrijd! - Heer, troost Gij dus toch werklijk iedereen? Mijn oudste zuster glimlacht koel en hoog, Alsof 'k niet wist dat zij het liefst zou schreien. En kleine Lot ziet arg'loos vragend rond. Maar ik? Heer, ik - Judas, die U bedroog -, Ik buig het hoofd, maar lach dan spottend bij een Blik van mijn zuster en vertrek mijn mond. Vorige Volgende