Opwaartsche Wegen. Jaargang 14(1936-1937)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] G. Kamphuis Rembrandt is oud De avond wordt grijs achter kleine ruiten. zijn handen houden doelloos het burijn. als blaad'ren langs de gracht vallen zijn gedachten bij 't vermoeid de oogen sluiten. o laat alleenzijn, als uit donk're hoeken 't verleden grijs ontwaakt als uit een graf - hij lacht en vreest, zijn handen weren af, wat hem uit jaren leed en lust komt zoeken. hoe wordt in hem dan 't vuur van vroege droomen, als schemergoud en gloed van ouden wijn wakker tot dieper drift? zie, zie hoe zijn visioenen branden in een vlamstil stroomen. maar later, als hij moe zich schikt tot slapen, komt uit de schemer stille Jezus met Zijn grondelooze blik; en aan zijn bed begint Hij zacht als met een kind te praten. Vorige Volgende