Opwaartsche Wegen. Jaargang 13(1935-1936)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 130] [p. 130] Chaos Kees Klap Als mensch op deze aarde te zijn geboren, zes en twintig Juni negentienhonderd dertien, tot een ontelbare aardebevolking te behooren en dood en leven daaglijks om me te zien, te zien hoe daar geslachten en volken gelijk dieren, in de vuile aarde wroeten, in droom te hooren, 't eentonig geluid van voeten, wegtrekkend, oplossend als voorjaarswolken: slechts even een schaduw over de wegen. Vandaag zullen wij de snelle motoren bedienen, doch hoor achter ons als een lawine andere levens die na ons gestalte kregen. Ze stroomen saâm uit alle streken: blank, zwart, bruin, grooten, krachtigen, tenger gebouwden, dwazen, onmachtigen, schreeuwers en ook velen die niet spreken, Christenen, Joden, Heidenen, Mohammedanen lokkend schoonen en zeer besmetlijke zieken: op doortocht van 't leven: dorpen en fabrieken, stadsstraten, arena's, bioscopen of renbanen. En ook ik, in die stroom, zooals door riolen 't vuil stroomt. ja ik? ook ik! ook dit eigen leven? dit schoone lichaam, de handen die dit schreven? wordt elke geroofde rust ons ook weer ontstolen? Ja ook ik. Ik zie het niet, want mijn voeten bewegen in die rijen, doch onzichtbaar als water in het water, er is geen vroeger meer of later, wat dat mijn handen nog doen moeten? O in die vuile stroom over de aarde: [pagina 131] [p. 131] de eeuwig eendere tocht der geborenen, zijn daarin, o God, ook Uw uitverkorenen is aardevuil reinigbaar tot hemelwaarde? O hoor uit de havens, fabrieken en steden schreeuwen de geluiden als zieke beesten somber zijn de vuile losbandige feesten de parelen van waarde zijn lang vertreden, O God en dan in de slaaplooze nachten dit zwakke lichaam telkens voelen bespringen, O, God, die krankzinnig angstige folteringen sloopen als wat oude rommel mijn krachten. Kan het dan dat Gij Verheev'ne te midden millioenen levens mijn lichaam ziet bewegen? O Gij Die Zelf lichtend zijt of ontstegen aan gift'gen dood. O leer mij bidden, O leer dat mij. Vorige Volgende