Opwaartsche Wegen. Jaargang 12(1934-1935)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 401] [p. 401] Stille herfst W.E. den Hartog De zomer heeft zó stil gedaan, dat men haar scheiden nauwliks hoort, als moeder, die in zachtkens gaan zorgt, dat zij 't slapend kind niet stoort. Zó kalm vangt nu het einde aan; zó licht schijnt nu doods donkre poort, dat rustig onze ogen staan, vast schrijden onze voeten voort. En in des einders karmozijn blinkt ons tot God gewend gelaat. Gevouwen onze handen zijn: God heeft de laatste herfstedraad versponnen in de zilvren schijn, waarmee Zijn hemel opengaat. Vorige Volgende