Opwaartsche Wegen. Jaargang 12(1934-1935)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 388] [p. 388] Tijdzang Vincent Coornhert Ik zoek een hart, waartoe het mijne neigen kan, Een stem, die uitspreekt wat er sluimert In d'onbewuste diepten mijner ziel. Ik zoek een vaste hand, bereid de broze hulk Van mijn bestaan te sturen naar de lichte kimmen van het Eeuw'ge. Ik zoek een gids, die mij kan voeren Uit dezen doolhof van conventioneel gepraat, Waan, huich'larij en leuzen zonder daad, Naar 't lieflijk oord waar 's Levens Bron ontspringt En 'k aan dat klaar kristal mijn waarheid-dorstend hart kan laven. Ik zoek een nieuwen vorm voor oude waarden die vergingen, Een nieuwen tempel voor een oud geloof en al die heil'ge dingen, Die d'eeuwen door het menschdom heeft verzameld en gegaard En die een jong geslacht, bezinningloos, versmeet, als waren z' niets meer waard. Wie zal er in dien tempel priester zijn, wie zal die schatten hoeden? Is één er onder ons wel waardig tot dit heilig ambt? Wie zal een cynisch-koude, in eigenwaan bevangen wereld Weer buigen doen voor d'onbewijsb're Wijsheid Van een onzichtbaar God? Wie 't staeg naar winst En aardsche lusten hunk'rend oog weer richten Op het verheven doel dat offers vraagt en lijden? Wie 't door cultuur verslapte menschdom sporen Tot den Daad, die lafheid hem deed mijden? O godd'lijk Leidsman van ons leven, doe een vonk Van Uw Liefde ontbranden in ons hart! Schenk ons een Held, die voorgaat ons op Uwe wegen En weer 't besef in ons doet rijzen dat alleen de gouden smart Van 't Kruis ons aardsch bestaan kan lout'ren door het licht van Uwen Zegen. Vorige Volgende