Opwaartsche Wegen. Jaargang 10(1932-1933)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Schemering? door Aldert Jongedorper. Vrouw, die ik aandoe op mijn vreemde gangen door tijd en tijden nòg niet uitgeboet van smart en pijnen die als trieste vlaggen hangen: de veege teekens van het woonhuis van mijn hart; Vrouw, die mij rust'loos maakt en mijn verlangen schroeiend naar een lang begeerde rust, uw diepe blik peilt al mijn angst en bangen; ziet gij de weerslag van het vuur dat ongebluscht nòg oplaait uit het barnen van den krater die in mijn vleesch en bloed zijn zetel heeft? Vrouw!! reik mij met uw koele handen water voordat mijn hijgend hart den slag begeeft! Vorige Volgende