Opwaartsche Wegen. Jaargang 9(1931-1932)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Moeder door Corry v.d. Berg. Toen ik nog klein was, Moeder, zat ik aan Uw schoot.. Gij streelde zacht het hoofd van 't zieke kind, dat moe, dóód-moe zich klemde aan de troost, dien gij haar bood, tot eindelijk gerust, de slaap haar oogen sloot. En toen ik groot was, Moeder, heb ik vaak geschreid.... 'k Heb U geroepen, smeekend, als een kind, dat moe gedoold, nog angstig vraagt slechts om wat teederheid - Maar nimmer meer hebt gij die over mij gespreid. Hoe kwam het, Moeder, dat gesloten bleef Uw mond voor 't kind, dat evenzeer Uw troost behoefde als toen het, klein en zwak, bij U alleen verlichting vond, en 'k later ‘Moeder!’ riep - en gij het niet verstondt. Vorige Volgende