Opwaartsche Wegen. Jaargang 8(1930-1931)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 213] [p. 213] Het kind der zee door J.D. Ietswaart. Haar leven was een teeder bloeien van rank jasmijn die openbreekt die onbewust in 't licht gaat groeien en lachend om wat leven smeekt - die dag aan dag van zonlicht dronken het teere bloesemleven leeft En in de nachten blij verzonken zich aan een droom van schoonheid geeft. Een golf der zee, die zwelt onmachtig - en hoog - in 't stijgen - zingt en staat en valt - en zingend is gedachtig hoe waarheid in een droom vergaat - die weet zichzelf tot zang gedreven om 't leed dat droefnis in zich draagt te zingen in een hooger leven dat stervend van het licht gewaagt. Het leven is de waarheid weten - en waarheid is een droef bezit - zij, die hun droomen zijn vergeten bekennen en belijden dit. En wie haar minnen zijn gedachtig hoe waarheid in een droom vergaat maar ook na iedre droom indachtig dat voor hen weer de waarheid staat [pagina 214] [p. 214] en ieder zal in moeheid grijpen en duister spelen het snarenlied en zal verlangend naar het rijpen der droomen hooren en hoort die niet en niemand zal den droom ontwaren - wit - en veel schooner voor het lied maar droef in zich den snik bewaren ‘dit en ook alles is het niet.’ Waan is de waterval die bruisend een duizeling van genieten is, maar in de moede nacht verruischend een eeuwig hoop - vervlieten is. Een lichtend vallen zonder opstaan een droom die in den dood vergaat. Een groote golf van huiverend neergaan waarvan geen opgang meer bestaat. omdat de bloem in 't neder-knakken geen wensch en geen gebed meer heeft omdat de boom zijn doode takken in weemoed aan de winden geeft omdat de stam door leed gespleten een leven van verwonding leeft en, in een laatste bloei - vergeten zich aan den wind in neerval geeft. En als een bloem te zeer volbloeid heeft haar het stortend licht verschroeid. Vorige Volgende