Opwaartsche Wegen. Jaargang 8(1930-1931)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Thomas door R. de Bruin. Hij gleed - de laatste - binnen, bleek en moe, een ziek verlangen in zijn doffe oogen: geslagene van liefde en van logen- en zuchtte, en sloot de deur angstvallig toe. Zij vraagden niet: wel Thomas gij? - en hoe - maar zwegen hun aangrijpend mededoogen, en wisten sterk hun eendren wil gebogen naar den in leed verzwakten zwerver toe. Hun vreugd bekende na den vredegroet: - waarom in weedom 't innigst was gebeden - 't ontwaken uit den nacht om te genezen. Toen hij het Licht ontroerend had beleden, verhieven zij zich vroom van wil en wezen den Meester en hun Broeder tegemoet. Vorige Volgende