Opwaartsche Wegen. Jaargang 8(1930-1931)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Spreeuwen door D. Ietswaart. .............................. Zoo keeren zij te avond weer. De stille spiegelende vlakken der rietomschoten waterwakken duisteren onder 't dalend heir. Als koren uit de hand gezwaaid vallen ze onder zoekend zwingen, ruischend als het verloren zingen der wind, die langs de velden waait. Ze schuilen in de diepe schauw der struiken en geknotte boomen, en zien de nevel naderkomen, de ijle kilte van den dauw. En stiller wordt het land, en zacht dooft na het zwieren door de zwerken het blijde ruischen van hun vlerken in het verlangen naar den nacht. Vorige Volgende