Opwaartsche Wegen. Jaargang 7(1929-1930)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 249] [p. 249] Later door Martin Leopold. De nacht werpt een wit licht over uw haar, Dat niet meer donker is nu en veel zachter. Uw stem klinkt helder, en wordt onverwachter Als wij verwonderd overbuigen naar Een ster, die zichzelf spiegelt in het water, En even siddert als wij verder gaan. Wij weten ons niet ver van God vandaan, En zijn zéker hem te ontmoeten, later. Nu nog niet, want de nacht en uw zacht haar Zijn te verrukkelijk om stuk te breken. Wie eens verschrikt naar een ster heeft gekeken Vindt God en wordt zijn doel van zelf gewaar. Vorige Volgende