Opwaartsche Wegen. Jaargang 6(1928-1929)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] [Opwaartsche Wegen 1928] Tocht zonder einde door Martin Leopold. Ik droom in een ranke boot, en roei naar een heel ver land.... Ginds, waar de paarlemoeren bloei van zeesmaragd en zonrobijn vergaat in purperrooden wijn, dáár moet het zijn - ik roei, het verlangen brandt. Eeuwen zongen hun vergaan - nòg was ik niet gekomen aan de koele kust, waar elke lust verwordt tot doodelijke rust; waar elk verlangen is gewijd aan stilte en verlatenheid, en sluimerende eeuwigheid, en de mijmering van den dood - Ik roei in een ranke boot; en het verlangen zingt mijn nood: O, wanneer zal er aan dit droomen, voorgoed, voorgoed een einde komen. Vorige Volgende