Opwaartsche Wegen. Jaargang 5(1927-1928)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 402] [p. 402] Zang van den herfst door Martin Leopold. De dood van het woud is een groote dood. Zijn gang is een zweven op donkere winden, die nimmer den glans van een zomer beminden, en waaien naar waar een betoov'rend verblinden van purp'ren verwelking de wereld omsloot. Het woud ligt stil in een gouden droom. En de wind, in den bronzen toover der blaren, grijpt met zijn handen de heldere snaren, de harpen der bevende beukelaren, en speelt - en zijn lied is een klacht zonder zoom. En de wilgen, langsheen de verlaten allee neuren den treurzang verlorener dingen, vergaan in de sombere schemeringen van stervende herfstverwilderingen, met het snarenspel van de winden mee.... Vorige Volgende