Opwaartsche Wegen. Jaargang 4(1926-1927)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 130] [p. 130] De klacht van Faust door C. Rijnsdorp. 'k Wou scherp en diep doorvorschen al 't bestaan. Maar, daar mij weinig wetens werd gegeven En veel mij let mijn hartstocht uit te leven, Ben 'k zoekend steeds en eeuwig onvoldaan, Want telkens lokt een nieuwe tocht mij aan En 'k voel een koorts door mijne leden beven; Ik vorder niet, 't is hopeloos, mijn streven, 'k Bereik wel iets, maar 't doel gaat verder staan. Ik wil te véél, ik kan mij niet beperken, Daar alle stof mij prikkelt tot verwerken, Geen rust meer aan mijn moede zinnen laat; Zoo wil 'k van veege krachten alles vergen, Met lamme voeten klimmen over bergen, Terwijl het doel met d'einder wijken gaat. Vorige Volgende